Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Ingebouwde veiligheidsschakelaar
De motor is d.m.v. een interne thermostaat be-
veiligd tegen overbelasting of blokkage. Wanneer
de motor oververhit, schakelt de thermostaat de
pomp automatisch uit. De pomp zal automatisch
opnieuw starten zodra ze afgekoeld is.
Aarde
De waterpomp moet goed zijn geaard. Kortslui-
ting maakt de relevante garantievoorwaarden
ongeldig. Als het noodzakelijk is om de oorspron-
kelijke kabel te verlengen, moet er een kabel met
dezelfde diameter worden gebruikt.
Aanzuigslang
De pomp is geen zgn. zelfaanzuigende pomp.
Het is noodzakelijk om een terugslagklep in de
aanzuigleiding te hebben. Dit voorkomt dat het
opgezogen water uit de aanzuigslang terugloopt
wanneer de pomp niet draait.
Dit kan bereik worden door:
– de terugslagklep
, meegeleverd met deze
13
pomp, te monteren op de aanzuigaansluiting/
waterinlaat
en hierna de aanzuigslang,
6
OF
– een kant-en-klare aanzuigslang te gebruiken,
voorzien van:
1. Een voorgeïnstalleerde terugslagklep
met filter:
(onder aan de aanzuigslang); deze zorgt er-
voor dat na het uitschakelen van de pomp de
slang en de pomp niet leeglopen. Dit gedeelte
van de slang hangt in het weg te pompen water.
2. De slangtule met wartelmoer:
deze kant van de slang wordt bevestigd op de
aanzuigaansluiting/waterinlaat
3. Aanzuigslang:
min. 3/4 spiraalversterkte plastic slang.
Alvorens de slang op de pomp te bevestigen kunt u
deze het beste eerst met water vullen.
Wanneer de meegeleverde terugslagklep gebruikt
wordt, moet de aanzuigslang (zonder filter en terug-
slagklep) eerst worden aangesloten op de geïnstal-
leerde terugslagklep, vervolgens met water worden
gevuld (voorkom luchtbellen) en vervolgens in de
waterbron worden geplaatst, zonder water te laten
ontsnappen.
NOTA: wanneer u een kant-en-klare aanzuigslang
gebruikt, wordt het niet aanbevolen om de meege-
leverde terugslagklep te gebruiken omdat dit tot
verlies van aanzuigkracht zou kunnen leiden.
Drukslang
De drukslang transporteert het water van de pomp
naar het waterconsumptiepunt (bijvoorbeeld een
kraan). Om het wrijvingsverlies ten gevolge van de
waterdruk te minimaliseren, adviseren wij een drukslang
met een minimumdiameter van 20 mm (3/4 ).
Pressostaat (drukschakelaar)
De pomp is uitgerust met een pressostaat
de AAN/UIT-schakelaar
hij de pomp automatisch inschakelen wanneer de
druk in de tank daalt tot ongeveer 1,5 bar. Hij zal
automatisch de pomp opnieuw UITschakelen zodra
de druk in de tank ongeveer 3 bar bereikt.
Tegendruk in de tank
Om goed te kunnen werken, moet de tegendruk
(luchtkant) in de tank 1,5 tot 1,8 bar zijn.
Om deze druk te controleren (wanneer pomp
reeds gebruikt werd):
Schakel de pomp m.b.v. de AAN/UIT-schake-
laar
Laat de waterdruk af door een kraantje open te
zetten dat is aangesloten op de uitlaatleiding
van de pomp. Wanneer het water niet langer
loopt, is de druk van het systeem (de druk op
de drukmeter geeft ongeveer 0 bar aan).
Schroef de afdekklep van het opblaasventiel
van de tank
van de pomp.
tot het opblaasventiel 10).
6
Gebruik een compressor of luchtpomp met een
drukmeter om de tegendruk te controleren en ver-
hoog indien nodig de druk naar 1,5 tot 1,8 bar.
Breng de afdekklep van het opblaasventiel
weer aan.
Schakel de pomp m.b.v. de AAN/UIT-schake-
laar
Sluit het waterkraantje.
NOTA: het wordt aanbevolen om de druk om de
6 maanden te controleren.
in de AAN-stand, zal
1
UIT.
1
los om om toegang te krijgen
9
weer IN.
1
. Met
8
9
NL/BE
21
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
