Indeling bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit een grafisch aanraakscherm, taakbedieningsknoppen, een toetsenbord en
drie statuslampjes.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel
Aanraakscherm
Knop voor helderheid van
aanraakscherm
Knop Reset
Gereedlampje
Gegevenslampje
Waarschuwingslampje
Knop Starten
Knop Stop
Knop Sluimer
Gebruik het aanraakscherm voor toegang tot apparaatfuncties.
Gebruik deze knop om de helderheid van het aanraakscherm te verhogen of te
verlagen.
Hiermee worden de taakinstellingen teruggezet naar de fabriekswaarden of
door de gebruiker gedefinieerde waarden.
Het gereedlampje geeft aan dat het apparaat gereed is om een taak uit te
voeren.
Met het gegevenslampje wordt aangegeven dat er gegevens binnenkomen op
het apparaat.
Met het waarschuwingslampje wordt aangegeven dat er een probleem is met
het apparaat dat u moet oplossen.
Hiermee wordt een taak verzonden (bijvoorbeeld een e-mail of fax) of wordt
een onderbroken taak voortgezet.
Hiermee wordt de actieve taak gestopt en wordt het scherm Taakstatus
geopend.
Indien het apparaat gedurende lange tijd inactief is, schakelt het automatisch
over naar de sluimermodus. Als u het apparaat in de sluimermodus wilt zetten
of wilt activeren, drukt u op de sluimerknop.
NLWW