Zodra deze wijziging is aangebracht in een bepaalde
kopie, kan deze wijziging niet ongedaan worden
gemaakt voor die kopie, dus de gewone GNU
General Public License is van toepassing op alle
daaropvolgende kopieën en afgeleide werken die
worden gemaakt op basis van die kopie. Deze optie is
handig wanneer u een gedeelte van de code van de
Bibliotheek wilt kopiëren naar een programma dat
geen bibliotheek is.
4. U mag de Bibliotheek (of een gedeelte of afleiding
daarvan, onder Sectie 2) kopiëren en verspreiden in
de vorm van objectcode of uitvoerbaar bestand
conform de voorwaarden van Sectie 1 en 2 hierboven,
op voorwaarde dat u deze voorziet van de volledige
bijbehorende machineleesbare broncode, die moet
worden verspreid conform de voorwaarden van
Sectie 1 en 2 hierboven op een medium dat
gewoonlijk wordt gebruikt voor het uitwisselen van
software.
Als de objectcode wordt verspreid door toegang aan
te bieden om deze te kopiëren vanaf een aangewezen
locatie, wordt het aanbieden van gelijkwaardige
toegang om de broncode vanaf dezelfde locatie te
kopiëren, gezien als voldoende om te voldoen aan de
vereiste dat de broncode wordt verspreid, zelfs
wanneer derden niet van plan zijn de broncode samen
met de objectcode te kopiëren.
5. Een programma dat geen afleiding van enig
gedeelte van de Bibliotheek bevat, maar is bedoeld
om samen te werken met de Bibliotheek door
compilatie of koppeling met de Bibliotheek, wordt
een "werk dat gebruik maakt van de Bibliotheek"
genoemd. Een dergelijk werk, op zichzelf, is geen
afgeleid werk van de Bibliotheek en valt daarom
buiten de reikwijdte van deze Licentie.
Als een "werk dat gebruik maakt van de Bibliotheek"
echter aan de Bibliotheek wordt gekoppeld, wordt
een uitvoerbaar bestand gemaakt dat een afleiding
van de Bibliotheek is (omdat het gedeelten van de
Bibliotheek bevat) in plaats van een "werk dat
gebruik maakt van de Bibliotheek". Het uitvoerbare
bestand wordt daarom gedekt door deze Licentie. In
Sectie 6 worden de voorwaarden voor verspreiding
van dergelijke uitvoerbare bestanden vermeld.
Wanneer een "werk dat gebruik maakt van de
Bibliotheek" materiaal gebruikt uit een
headerbestand dat deel uitmaakt van de Bibliotheek,
kan de objectcode voor het werk een afgeleid werk
van de Bibliotheek zijn, zelfs wanneer de broncode
dat niet is. Of dit waar is, is met name van belang als
het werk kan worden gekoppeld zonder de
Bibliotheek, of als het werk zelf geen bibliotheek is.
De criteria aan de hand waarvan wordt bepaald of dit
waar is, zijn niet precies vastgelegd in de wet.
Als een dergelijk objectbestand alleen numerieke
parameters, indelingen en accessors voor
gegevensstructuren, en kleine macro's en
inlinefuncties (maximaal tien regels) gebruikt, is het
gebruik van het objectbestand niet beperkt, ongeacht
of dit juridisch gezien een afgeleid werk is.
(Uitvoerbare bestanden die deze objectcode en
gedeelten van de Bibliotheek bevatten, vallen nog
steeds onder Sectie 6).
Als dit niet het geval is en als het werk een afleiding
van de Bibliotheek is, mag u de objectcode voor het
werk verspreiden conform de voorwaarden van
Sectie 6. Eventuele uitvoerbare bestanden waarin dat
werk is opgenomen, vallen ook onder Sectie 6,
ongeacht of ze rechtstreeks zijn gekoppeld aan de
Bibliotheek zelf.
6. Als uitzondering op de bovenstaande Secties mag
u een "werk dat gebruik maakt van de Bibliotheek"
ook combineren of koppelen met de Bibliotheek om
een werk te produceren dat gedeelten van de
Bibliotheek bevat, en dat werk verspreiden conform
de voorwaarden van uw keuze, op voorwaarde dat het
werk conform de voorwaarden mag worden
aangepast aan het eigen gebruik van de klant en dat
reverse-engineering mag worden uitgevoerd om
problemen met dergelijke aanpassingen te verhelpen.
U moet opvallende kennisgevingen toevoegen aan
elke kopie van het werk dat de Bibliotheek in het
werk is gebruikt en dat de Bibliotheek en het gebruik
daarvan worden gedekt door deze Licentie. U moet
een kopie van deze Licentie leveren. Als het werk
tijdens het uitvoeren de auteursrechtkennisgevingen
weergeeft, moet u de auteursrechtkennisgeving voor
de Bibliotheek opnemen bij deze kennisgevingen,
alsmede een verwijzing die de gebruiker leidt naar de
kopie van deze Licentie. Daarnaast moet u een van de
volgende dingen doen:
a) U moet het werk voorzien van de volledige
bijbehorende machineleesbare broncode voor de
Bibliotheek inclusief eventuele wijzigingen die zijn
gebruikt in het werk (dat moet zijn verspreid conform
Sectie 1 en 2 hierboven); en, als het werk een
uitvoerbaar bestand is dat is gekoppeld aan de
Bibliotheek, met het volledige machineleesbare
"werk dat gebruik maakt van de Bibliotheek", als
objectcode en/of broncode, zodat de gebruiker de
Bibliotheek kan aanpassen en opnieuw kan koppelen
om een aangepast uitvoerbaar bestand te produceren
waarin de aangepaste Bibliotheek is opgenomen.
(Het wordt aangenomen dat de gebruiker die de
inhoud van definitiebestanden in de Bibliotheek
wijzigt, niet noodzakelijkerwijs in staat is de
toepassing opnieuw te compileren om de aangepaste
definities te gebruiken).
b) U moet een geschikt mechanisme voor gedeelde
bibliotheken gebruiken om te koppelen aan de
Bibliotheek. Een geschikt mechanisme is een
mechanisme dat (1) ten tijde van uitvoering een kopie
van de bibliotheek gebruikt die al aanwezig is op de
computer van de gebruiker, in plaats van
bibliotheekfuncties in het uitvoerbare bestand te
kopiëren, en (2) correct functioneert met een
aangepaste versie van de bibliotheek, als de gebruiker
een dergelijke versie installeert, zolang de aangepaste
79