Zodra de opnamebalk volledig is
gevuld, is de opname voltooid en
wordt de foto opgeslagen.
De volgende instellingen lig-
gen voor de panoramafunc-
tie vast en kunnen niet wor-
den gewijzigd:
• De flitser is altijd uitgeschakeld.
• De zelfontspanner is uitgescha-
keld.
• Autofocus is actief.
• Het autofocusbereik is op 'Breed' ingesteld.
Volg bij foutmeldingen de instructies in de display.
15.7.1. Instructies en tips voor de panoramafunctie
• Het formaat van de samengestelde foto kan variëren en is afhankelijk van de
panoramahoek, het resultaat van de samenstelling en de mate waarin de came-
ra is bewogen.
• Ter stabilisatie van de camera is het raadzaam om gebruik te maken van een
statief, zodat u de camera tijdens de opname rustiger kunt bewegen.
• Als u Boven naar beneden of Beneden naar boven kiest bij een panorama
van 360°, adviseren wij om de camera 90° te draaien om de stabiliteit tijdens
de opnamen te waarborgen.
• In de panoramamodus kan een onregelmatige lichtsterkte leiden tot verschillen
in de gemaakte opnamen en het betreffende onderwerp.
• De langste opnametijd in de panoramamodus bedraagt ca. 30 seconden.
Nederlands - 291