11.3.1.
Digitale stabilisator gebruiken
Met de digitale stabilisator kunt u bij slechte lichtomstandigheden betere opnamen
maken en worden opnamen minder snel wazig.
Selecteer in het cameramenu de optie Stabilisator en schakel deze functie hier
in of uit.
11.3.2.
Flits gebruiken
Wanneer er onvoldoende licht is voor de foto, kan de geïntegreerde flitser voor het
vereiste extra licht zorgen.
Druk meerdere keren op de flitstoets
selecteren:
AUTO: de flitser wordt automatisch geactiveerd wanneer voor het
maken van de opname extra belichting is vereist.
Voorafgaand aan de eigenlijke flits worden met een voorflits rode
ogen voorkomen. De camera detecteert de helderheid van de ob-
jecten en flitst alleen wanneer dat nodig is.
Flits altijd ingeschakeld
'Slow Sync': de flitser wordt met langzame sluitertijd gesynchroni-
seerd.
Flits altijd uitgeschakeld.
De flitser werkt alleen in de afzonderlijke modus of de zelfontspannermodus. Bij bur-
stopnamen en video-opnamen kan de flitser niet worden gebruikt.
Door gebruik van de flitser neemt het stroomverbruik toe. Als de accu bijna leeg is,
heeft de flitser meer tijd nodig om te laden.
242 - Nederlands
10 D om de volgende flitserinstellingen te