Geheugenkaarten zijn gebruiksvoorwerpen en moeten na langer gebruik
worden vervangen.
Na langer gebruik lukt het mogelijk niet om opnamen te maken. Contro-
leer daarom regelmatig of de opnamen goed worden opgeslagen en ver-
vang de kaart indien nodig.
Voor informatie over de schrijfbeveiliging van de SD-geheugenkaart
raadpleegt u de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
9.
Eerste stappen
9.1.
Camera inschakelen
Druk op de toets ON/OFF 13 om de camera in te schakelen.
Het objectief 3 schuift naar buiten, het groene controlelampje 6 brandt kort en
de display 5 wordt ingeschakeld. De camera staat in de opnamemodus.
Wanneer de camera niet wordt ingeschakeld, controleert u of de accu
goed is geplaatst en is opgeladen.
9.2.
Camera uitschakelen
Druk weer op toets ON/OFF om de camera uit te schakelen.
9.3.
Taal en datum/tijd instellen
Wanneer u de camera voor de eerste keer inschakelt wordt u gevraagd om de taal
en tijd in te stellen.
9.3.1.
Taal inst ellen
Selecteer met de navigatietoetsen
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK 10 B.
232 - Nederlands
10 A en
10 D de gewenste taal.