11.2. Tips voor goede foto's
Beweeg de camera langzaam zodat de foto's niet onscherp worden. Beweeg
de camera niet wanneer er op de ontspanner wordt gedrukt. Beweeg de came-
ra niet direct na het indrukken van de ontspanner.
Bekijk het onderwerp in de display voordat u de ontspanner indrukt.
Controleer de hoek wanneer het onderwerp van achteren wordt belicht. Kies
een andere positie om de achtergrondbelichting te verminderen.
Draai de camera langzaam om goede videoclips te maken. Wanneer u te snel
draait, worden video-opnamen onscherp en wazig.
11.3. Foto maken
Druk wanneer u de foto in de display kunt zien, de ontspanner 14 eerst een
beetje in.
De groene focusvelden (AF-velden) worden rood wanneer scherpstellen met auto-
focus niet lukt.
U ziet waarden voor de sluitertijd, het diafragma en de ISO-waarde.
Druk de ontspanner volledig in om de foto te maken.
De foto's worden als JPEG-bestanden opgeslagen.
Als de opname te wazig lijkt te worden, verschijnt bovendien het symbool
. Houd in dat geval de camera rustig vast of gebruik een statief.
Via het functiemenu kunt u verschillende opname-instellingen definiëren,
zie blz. 247.
Selecteer met de
maken.
-toets 10 E de focusinstelling 'Macro' om close-ups te
Nederlands - 241