Signalering
Verlichte
controlelamp
Duidt
weekprogrammering aan
Indicator tussen het werkelijke
werkingsvermogen
ingestelde set vermogen
Niet gebruikt
geeft de deactivering aan van de
ontsteking voor aanzetten
geeft de werking aan van de
motor rookgassen
geeft de werking aan van de
pomp
geeft de werking aan van de motor
voor het laden van de pellets
Niet gebruikt
geeft de status aan van de
uitgangen OuT3 en OuT4
geeft de status aan van de
automatische reiniging van de
vuurpot
geeft de ontvangst aan van het
signaal van de afstandsbediening
TABELLEN wEERgAVES PRODuCT
VERLICHTE LAMPJES
Beschrijving
de
functie
en
de
Is aan/uit als de functie Weekprogrammering actief/niet actief is.
Voor alle instellingen met betrekking tot de volgende functie,
raadpleeg paragraaf Weekprogrammering.
het led is aan wanneer de machine aan het werk is bij het ingestelde
vermogen, knippert wanneer de machine moduleert.
Niet gebruikt
Is uit/aan wanneer de ontsteking geactiveerd/uitgeschakeld is.
Om de werking van het component opnieuw in te stellen, contacteer
een bevoegde technicus.
Is aan/uit wanneer de motor voor uitstoot rookgassen geactiveerd/
uitgeschakeld is.
Is aan/uit als de pomp actief/niet actief is.
Is aan/uit als de motor voor het laden van pellets geactiveerd/
uitgeschakeld is.
Tijdens de normale werking gaat dit lampje bij tussenpozen aan.
Niet gebruikt
Indien aan, geeft het de werking aan van beide uitgangen (OuT3
en OuT4).
Indien snel knipperend (2 knipperingen per seconde) geeft het de
werking aan van de uitgang OuT4.
Indien traag knipperend (1 knippering per seconde) geeft het de
werking aan van de uitgang OuT3.
Indien uit wijst dit erop dat de 2 uitgangen uit zijn.
het lampje knippert/is aan wanneer de automatische reiniging van
de vuurpot actief/niet actief is.
Is aan tijdens de communicatie tussen de afstandbediening en de
ketel.
Hoofdstuk10
Verklaring
45