Overige
Symptoom
De camera werkt niet.
De camera is wel
ingeschakeld, maar werkt
niet.
U kunt een indicatie op het
LCD-scherm niet
herkennen.
De lens raakt beslagen.
Oorzaak
• De batterij is zwak. (De indicatie E verschijnt.)
• De USB-kabel is aangesloten.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
—
• Er is condensvorming opgetreden.
Oplossing
p Laad de batterijen op (blz. 10).
p Maak de USB-kabel los (blz. 52 en 57).
p Verwijder de batterijen, plaats deze na ongeveer één minuut
opnieuw en schakel de camera in. Indien de functies dan nog
niet werken, druk dan met een voorwerp met een scherpe punt
op de RESET-toets op de onderkant van de camera en schakel
daarna de camera opnieuw in (blz. 59). (Als u op de RESET-
toets drukt, worden alle instellingen, inclusief de datum en tijd,
gewist.)
p Controleer de indicatie (blz. 78 en 79).
p Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur bij
kamertemperatuur om het vocht te laten verdampen alvorens u
de camera weer gaat gebruiken (blz. 72).
NL
65