7
6
5
4
Afb. 8.12
Waterafvoer boven montagebocht
[1] Afvoerwatersifon
[2] Waterafvoerslang
[3] Watertoevoerslang
[4] Kraanwateraansluiting
[5] Afvoerwateraansluiting
[6] Montagegat
[7] Montagebocht
8.6.4
Aansluiting op waterleiding
en afvoer
u
Controleer of er in elk van de schroefdoppen van de
watertoevoerslang een afdichtring zit. Zo niet, plaats
dan zelf een afdichtring.
u
Schroef de watertoevoerslang met het schuine
eindstuk op de kraanwateraansluiting van het
apparaat. Het schuine eindstuk moet naar beneden
zijn gericht.
u
Controleer of de schroefverbinding goed dicht zit en
niet lekt.
u
Gebruik de slangklem om de waterafvoerslang met
het schuine eindstuk aan de afvoerwateraansluiting
van het apparaat te bevestigen. Het schuine eindstuk
moet naar beneden zijn gericht. Als de montageset
XBOMSU wordt gebruikt, moet het schuine eindstuk
naar boven zijn gericht. De slangklem mag alleen met
de hand worden vastgedraaid.
u
Controleer of de slangklem goed vastzit.
u
Zorg ervoor dat er geen knikken in de slang zitten.
u
Open langzaam de afsluiter van de
kraanwatertoevoer en controleer of de aansluiting
goed is afgesloten. Controleer zo nodig de positie
van de afdichtring en de schroefverbinding.
bora.com
1
2
3
8.6.5
Netaansluiting
u
Leef alle veiligheidsinstructies en waarschuwingen na
(zie zie "2 Veiligheid").
u
Neem alle wetten en voorschriften van
overheidswege en aanvullende voorschriften van
lokale elektriciteitsmaatschappijen in acht.
De stroomaansluiting mag alleen door een
erkend vakman worden uitgevoerd. Deze is ook
verantwoordelijk voor de deskundige installatie
en inbedrijfstelling.
Verbindingen via steekcontacten (stekkers) zijn
niet toegestaan.
1-faseaansluiting. Het apparaat voldoet aan de
vereisten van IEC 61000-3-12.
T
Dit apparaat is bestemd voor gebruik op een
stroomnet met een systeemimpedantie Zmax op het
overdrachtspunt (huisaansluiting) van maximaal
0,0416 ohm. De gebruiker moet ervoor zorgen dat
het apparaat alleen wordt gebruikt op een stroomnet
dat aan deze vereiste voldoet. De systeemimpedantie
kan desgewenst bij plaatselijke energiebedrijven
worden opgevraagd.
u
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat uit
vooraleer u het apparaat aansluit.
u
Bescherm de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat
tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
u
Controleer of het apparaat spanningsvrij is.
u
Sluit het apparaat alleen via een vaste verbinding aan
op een netaansluitkabel van het type H 05 VV-F met
een overeenkomstige minimale doorsnede.
Aansluiting
2-fasenaansluiting 1-faseaansluiting
Zekering
2 x 16 A
Vermogensopname
6100 W
maximaal
Minimale
2,5 mm
doorsnede
Zekering en minimale doorsnede
Tab. 8.2
u
Sluit de netaansluitkabel volgens het geldende
aansluitschema aan op de stroomnetaansluiting van
het apparaat.
u
Klem de netaansluitkabel vast in de daartoe
voorziene trekontlastingsklem.
u
Sluit het behuizingsdeksel van de netaansluitkabel.
Montage
1 x 16 A
3600 W
2
2
2,5 mm
NL
277