NL
Montage
8
Montage
u
Leef alle veiligheidsinstructies en waarschuwingen na
(zie zie "2 Veiligheid").
8.1
Montage-instructies
T
De inbouwhoogte van het toestel moet zodanig
worden gekozen dat de inhoud van de ovenplaat op
het bovenste plaatniveau nog zichtbaar is.
T
Om te voorkomen dat het apparaat wegglijdt of omvalt,
moet het in een inbouwkast worden geïnstalleerd.
T
De handgrepen aan de zijkant zijn bedoeld om het
apparaat te dragen.
8.1.1
Inbouwkast
T
Er mag geen achterwand van het corpus achter het
toestel zijn gemonteerd.
T
Om oververhitting te voorkomen mag het apparaat niet
achter een decoratieve deur worden gemonteerd.
T
In het corpus moet een ventilatieopening van ten
minste 160 cm² zitten.
T
Tussen de achterwand van het apparaat en het
aangrenzende onderdeel moet ten minste 30 mm
zitten.
T
Als er twee X BO's boven elkaar worden geïnstalleerd,
moet er een vormvaste ondergrond of
apparaatbeugels in het ontwerp worden meegenomen.
T
Het apparaat mag niet onder een kookveld worden
ingebouwd.
Aanvullende installatie-instructies voor
Australië en Nieuw-Zeeland (AU/NZ)
T
Het apparaat mag alleen in een hoge kast worden
geïnstalleerd.
T
Minimumhoogte voor installatie: 850 mm boven de
grond.
8.1.2
Kraanwateraansluiting
T
Het apparaat heeft een vaste wateraansluiting nodig.
T
Het apparaat moet worden aangesloten op de
waterleiding (koudwater) (schroefdraad 3/4").
T
De afsluitkraan voor de drinkwatertoevoer moet bij
een inbouwapparaat gemakkelijk toegankelijk blijven.
T
Gebruik alleen de meegeleverde watertoevoerslang. De
slang mag niet worden geknakt, ingekort of verlengd,
of door een andere slang worden vervangen.
272
T
De watertoevoerslang mag niet verzonken worden
geplaatst.
Inlaatwaterdruk
De waterdruk bij de inlaat moet tussen de 200 kPa
(2 bar) en 600 kPa (6 bar) liggen. Voor de landen
Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden mag de
maximale inlaatwaterdruk 1 MPa (10 bar) zijn.
T
Als de druk meer dan 600 kPa (6 bar) is, moet er een
overdrukklep worden ingebouwd voor een feilloos
bedrijf.
8.1.3
Afvoerwateraansluiting
T
De waterafvoer moet worden aangesloten op een
opbouw- of inbouwsifon met een vaste slangaansluiting,
of op de apparaataansluiting van de spoelbaksifon.
T
De temperatuur van het afgevoerde water kan
oplopen tot 95°C.
T
De sifon moet gemakkelijk bereikbaar zijn als het
apparaat is geïnstalleerd.
T
Gebruik alleen de meegeleverde waterafvoerslang. De
slang mag niet worden geknakt, ingekort of verlengd.
T
De waterafvoerslang mag niet verzonken worden
geplaatst.
8.2
Leveringsomvang
Leveringsomvang
X BO stoomoven
X BO bak- en grillrooster
X BO roestvrijstalen stoommandje
X BO universele plaat
X BO Universele plaat diep
X BO reinigingscartridge
X BO geurfilter
X BO frame afstandhouder (gemonteerd)
Watertoevoerslang
Waterafvoerslang
Afvoerzeef
Slangklem
Vergrendelplaat corpus met schroeven
Montagesjabloon
Aantal
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
bora.com