EEN KAARTTRAINING GEBRUIKEN
Let op: Het bedieningspaneel moet zijn aangeslo-
ten op een draadloos netwerk (zie DE DRAADLOZE
NETWERKMODUS GEBRUIKEN op bladzijde 26) om
een kaarttraining te gebruiken.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde 18.
2. Kies het hoofdmenu of de trainingsbibliotheek.
Tik op de toets Home (hoofdmenu) of Browse
(bladeren) op het scherm om het hoofdmenu of de
trainingsbibliotheek te selecteren.
3. Selecteer een kaarttraining.
Voor het selecteren van een kaarttraining drukt
u op de gewenste toets op het scherm. Let op:
De aanbevolen kaarttrainingen op uw bedie-
ningspaneel zullen periodiek wijzigen. Als u een
training wilt bewaren voor toekomstig gebruik, kunt
u deze als favoriet toevoegen door te drukken op
de harttoets op het scherm. Voor het tekenen van
uw eigen kaarttraining, zie deze bladzijde.
Het scherm zal de duur en de afstand van de trai-
ning en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens
de training zult verbranden aangeven.
4. Start de training.
Tik op de toets Start om de training te starten. Kort
nadat u op de toets heeft getikt, komt de loopband
in beweging. Houd de handleuningen vast en begin
te lopen.
Tijdens de training geeft een kaart op het scherm
uw voortgang weer.
De training werkt op dezelfde manier als de hand-
matige modus (zie bladzijde 20 tot 21).
Als u het einde van de training nadert, zal de
loopband vertragen en stoppen en zal een trai-
ningsoverzicht op het scherm verschijnen. Nadat
u het trainingsoverzicht heeft bekeken, tikt u op
de toets Finish (beëindigen) om terug te keren
naar het hoofdmenu. Met een van de opties op het
scherm kunt u eventueel uw resultaten opslaan of
delen.
5. Controleer uw voortgang met de displayopties.
Zie stap 5 op bladzijde 20.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 21.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 21.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 21.
EEN TEKEN-JE-EIGEN-KAART-TRAINING
GEBRUIKEN
Let op: Het bedieningspaneel moet zijn aangeslo-
ten op een draadloos netwerk (zie DE DRAADLOZE
NETWERKMODUS GEBRUIKEN op bladzijde 26) om
een teken-je-eigen-kaart-training te gebruiken.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde 18.
2. Selecteer een teken-je-eigen-kaart-training.
Tik op de toets Create (maken) op het scherm om
een teken-je-eigen-kaart-training te selecteren.
22