ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer
steeds bij gebruik alle onderdelen van de loopband
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
direct.
Maak de loopband regelmatig schoon en houd de
loopband schoon en droog. Druk eerst de stroom-
schakelaar in de stand Off (uit) en trek het
stroomsnoer uit. Reinig de buitenkant van de loop-
band met een vochtige doek en een beetje zachte
zeep. BELANGRIJK: Spuit geen vloeistoffen
rechtstreeks op de loopband. Houd vloeistoffen
weg van het bedieningspaneel om schade aan het
bedieningspaneel te voorkomen. Maak de loopband
vervolgens met een zachte doek goed droog.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Zie de kaft van
deze handleiding als u verdere hulp nodig heeft.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat het stroomsnoer goed is aangeslo-
ten op een geaard stopcontact (zie bladzijde 16).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3-dradige geleider, snoermaat 2 mm
van 1,5 m of korter.
b. Zorg dat de sleutel in het bedieningspaneel is
geplaatst nadat u het stroomsnoer in het stopcon-
tact heeft gestoken.
c. Controleer de stroomschakelaar bij het
stroomsnoer op het onderstel van de loopband. De
schakelaar is doorgeslagen wanneer de schakelaar
uitsteekt zoals afgebeeld. Wacht vijf minuten en
druk dan de schakelaar weer in om de stroomscha-
kelaar te resetten.
c
Doorgeslagen
,
2
Resetten
26
SYMPTOOM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar doorgeslagen is,
wacht dan vijf minuten en druk de schakelaar weer
in.
b. Zorg ervoor dat het stroomsnoer aangesloten is.
Als het stroomsnoer aangesloten is, maak het
stroomsnoer dan los, wacht vijf minuten en sluit
hem dan weer aan.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Zie de voorkant van deze handleiding als de loop-
band nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet juist
a. Kalibreer het hellingsysteem van de loopband (zie
bladzijde 22).
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet goed
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder vervolgens de vijf #8 x 3/4" Schroeven
(2), en draai nauwkeurig de Motorkap (65) eraf.
a
65
2
2
2
2