Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Besturingsinterface Climalink/Climalook - Lennox FLEXY Installatie-, Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK
Er kunnen maximaal 12 CLIMATIC50 met
Climalook2 of 8 rooftops die zijn uitgerust met CLIMATIC2 en 12
op CLIMATIC 50 worden aangesloten, wanneer Climalook 3
of Climalink is geïnstalleerd.
CLIMALINK 2
Dit product bestaat uit een centrale unit en een
communicatie-interface.
Deze unit is ontworpen om te worden aangesloten op
maximaal 12 rooftops die zijn uitgerust met CLIMATIC 50-
controllers via een RS485-interface. In de doos zit een
aansluitschema.
De centrale unit moet op een droge en veilige plaats worden
geïnstalleerd. Nadat de unit is aangesloten en ingeschakeld,
verloopt alles verder volledig automatisch. Er is dus geen scherm,
toetsenbord of muis nodig. Na een stroomstoring moet de
centrale unit opnieuw worden gestart met de aan/uit-knop.
OM dit te voorkomen raadt Lennox aan de centrale unit op
een UPS aan te sluiten. Lennox kan niet verantwoordelijk
worden gesteld als aan deze voorwaarde niet is voldaan.
CLIMALOOK 2
Dit product is identiek aan de CLIMALINK 2, maar is voorzien
van een 15-inch TFT-scherm, een muis en een numeriek
Details van de
aansluiting
AANSLUITING OP CLIMATIC2 EN
KP01-KAART
Voor de aansluitingen tussen de Climalink/ Climalook moet
een dubbel afgeschermde kabel worden gebruikt (deze
wordt niet geleverd door Lennox). De kabel moet een metalen
buitenmantel hebben en de binnenkabel mag minimaal
0,5mm2 en maximaal 1mm2 zijn.
Elke kabel wordt aangesloten op de COM B-poort en de
KP01-kaart. Er moet vooral op de volgorde van de
aansluitingen worden gelet. De kabel die uit de KP14 komt
en aan het uiteinde een BD9-stekker heeft, wordt
aangesloten op de seriële poort aan de achterkant van de
centrale unit.
Pagina 86 - IOM - FLEXY - 0704 -D
KP 01-kaart
toetsenbord waarmee de installatie lokaal kan worden
gevolgd. De Climalook2 kan via een RS485-interface op
maximaal 12 CL50-controllers worden aangesloten.
CLIMALOOK 3
Climalook 3 beschikt over dezelfde functies als Climalook 2
en kan worden aangesloten op 12 rooftops die zijn voorzien
van een CLIMATIC 50-controller, maar ook op 8 rooftops die
zijn voorzien van een CLIMATIC2-controller en een KP01-kaart
(Flexy en Linea zijn reeds ter plekke aanwezig).
OPMERKING: Om een unit met CLIMATIC2 aan te sluiten,
moet de versie van het programma minimaal versie 20 zijn.
Als dat niet zo is, moet het programma worden bijgewerkt
naar LF20 voordat er wordt aangesloten op Climalook 3
Voor de lokale bediening van de Climalook wordt Internet
Explorer gebruikt. De lokale bedieningsmodus is volledig
automatisch en hoeft niet te worden ingesteld. Net zoals
Climalink kan Climalook via een interne modem en een
analoge telefoonlijn op afstand vragen ontvangen.
Climalook en Climalink werken niet met een
ISDN-telefoonlijn.
OPMERKING: Om goed te kunnen functioneren moet
voor elke RTU een adres met behulp van een KP02
(instelling 91) worden ingesteld.
De stroom naar de climatic moet twee keer na het
invoeren van de waarde worden uitgeschakeld om de
waarde in de climatic te kunnen registreren.
Nadat de stroom is ingeschakeld, moet u nadat de
welkomstpagina wordt weergegeven, vijf minuten
wachten om de software volledig te laten bijwerken.
De kabel die uit de KP14 komt en aan het
uiteinde een BD9-stekker heeft, wordt
aangesloten op de seriële poort aan de
achterkant van de centrale unit.
KP 14-interface
Knipperend lampje
tijdens communicatie met de PC

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave