Alle technische en technologische informatie in deze handleiding, inclusief alle schema’s en technische beschrijvingen, blijven het eigendom van Lennox en mogen niet worden gebruikt (uitgezonderd voor de werking van dit product), gereproduceerd, uitgegeven of beschikbaar gesteld aan derden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Lennox.
INHOUD INBEDRIJFSTELLINGSRAPPORT ........................6 INSTALLATIE Transport – verplaatsen..........................10 Afmetingen en gewichten ..........................12 Hijsen voor de unit............................14 Controles voor ingebruikname........................15 Minimum aan vrije ruimte rond de unit......................16 Installatie op dakmontageframe........................17 Isoleren en verzinken .............................18 Aansluiten van kanalen ..........................19 Wateraansluiting (voor water/water warmtepomp) ..................Configuratie watercircuit (voor water/water warmtepomp)................
Pagina 6
BELANGRIJKE WAARSCHUWING – VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Alle FLEXY II units voldoen aan de PED-richtlijn 97-23-CE. De volgende aanwijzingen moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Alle werkzaamheden aan deze unit moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde en bevoegde werknemer. Als de volgende instructies niet worden opgevolgd, kan dat leiden tot verwonding of ernstige ongelukken.
Pagina 7
BELANGRIJKE WAARSCHUWING – VEILIGHEIDSINSTRUCTIES LAMP - De UV-lamp straalt korte UV-C ultravioletstralen uit die schadelijk zijn voor huid en ogen - Dit kan ernstige brandwonden en oogontstekingen veroorzaken, zelfs met een blootstelling van maar EEN SECONDE Ga de machine niet binnen wanneer de UV-lamp brandt Zorg ervoor dat de licht werkschakelaar voor het UV-licht UIT staat wanneer u de deur naar de compartimenten met retour- en toevoerlucht opent Het volgende logo verschijnt om u te informeren over de risico's die gepaard gaan met UV-C stralen...
COMMISSIONNING REPORT Details van de site Controller …………………………………. Locatie ……………………………………… Model ……………….………………… Unit ref. ……………………………………..Serienr. ………………………………… Installateur ……………………………………… Koelvloeistof ………………………………… (1) DAKMONTAGE Voldoende toegang OK Condensafvoer geïnstalleerd Daksokkel Niet OK (2) CONTROLE VERBINDINGEN Fasecontrole 1 / 2 2 / 3 1 / 3 Spanning tussen fasen ………………...
Pagina 9
COMMISSIONNING REPORT (8) KOELSYSTEEMGEDEELTE Stroom buitenventilator Controle draairichting Spanning Motor 1 L1 ……..A L2 ……..A L3 ……A compressor. Motor 2 L1 ……..A L2 ……..A L3 ……A Motor 3 L1 ……..A L2 ……..A L3 ……A Comp1: …….. V Motor 4 L1 ……..A L2 ……..A L3 ……A Comp2: ……..
Pagina 10
COMMISSIONNING REPORT Het is raadzaam dat u de onderstaande twee tabellen invult voordat u de zone-instellingen naar de Climatic50 -controller verstuurt. Zie het controledeel op pagina 55 Tijdzones 0 1 2 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Tijd 7h15 ZA 11h00 ZB 14h00...
2 werkdagen na levering. oogbout zit, op een veilige goed bereikbare plaats opbergt. Ook Lennox en de leverancier of distributeur moeten ter Met deze sleutel kunt u panelen openen voor onderhouds- informatie kopieën van deze brief ontvangen. Door deze en installatiewerk.
TRANSPORT – VERPLAATSEN VERPLICHT VERPLAATSINGS HULPMIDDELEN Hijsstroppen om de unit in positie te brengen Vacuümhulpmiddel bij het hanteren van de unit ONJUIST JUIST FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 11...
TRANSPORT – VERPLAATSEN HIJSEN VAN DE UNIT Zoals u hieronder kunt zien, is een hijsframe noodzakelijk. Na afloop van het hijsen kunnen de hoekstukken en hijsogen verwijderd worden. FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 14...
INSTALLATIE VORKHEFTRUCKBESCHERMERS TIL DE UNIT NOOIT OP ZONDER DE VORKHEFTRUCKBESCHERMERS VERWIJDER DE INSTALLATIEVEREISTEN VORKHEFTRUCKBESCHERMERS Het oppervlak waarop de apparatuur wordt geïnstalleerd VOORDAT U DE UNIT INSTALLEERT moet schoon zijn en vrij van obstakels die de lucht- hoeveelheid naar de condensors kunnen belemmeren: CONTROLES VOORAF - Vermijd oneffen oppervlakken - Plaats twee units niet naast elkaar of te dicht bij...
INSTALLATIE MINIMUM AAN VRIJE RUIMTE ROND DE UNIT Op afbeelding 4 ziet u de vereiste ruimte rond de unit voor onder andere onderhoud. LET OP: Zorg dat de verse-luchtinlaat niet in de richting van de heersende windrichting wordt geplaatst. FCM/FHM/FGM/ FDM/FWH/FWM 2200 2000 2000...
AANSLUITEN VAN KANALEN AANBEVELINGEN VOOR HET AANSLUITEN VAN KANALEN Voor het aansluiten van de kanalen op de unit gelden bepaalde regels. Ongeacht de toevoerconfiguratie moet steeds een minimale kanaallengte (D) van 2 meter worden aangehouden voor elke bocht of diameterverloop. Deze aanbevelingen moeten beslist worden aangehouden in het geval er twee onafhankelijk turbines zijn (capaciteit tussen 150 kW en 230 kW en bij units met een gasmodule).
WATERAANSLUITINGEN ALLEEN WATER/WATER WARMTEPOMP Wateraansluitingen De watercirculatiepomp moet bij voorkeur stroomopwaarts zitten zodat de verdamper/condensor een positieve druk krijgt. Wateraansluitingen voor in- en uittrede zijn aangegeven op de tekening die bij de unit geleverd wordt, of die in de verkoopbrochure zit. De waterleidingen die op de unit worden aangesloten, mogen geen radiale of axiale krachten overbrengen op de warmtewisselaars, en ook geen trillingen.
Let op: ontluchtingsnippels zijn niet ontworpen om lucht aan te voeren. BEVRIEZING VAN EEN VERDAMPER ALS GEVOLG VAN KOUD WEER VALT NIET ONDER DE GARANTIE VAN LENNOX. Minimale waterhoeveelheid Het minimale volume van het watercircuit van de rooftop moet worden bepaald. Installeer zo nodig een buffertank. Een goede werking van regel- en veiligheidsvoorzieningen is alleen zeker te stellen als er voldoende watervolume is.
WATERCONDENSATIE CONFIGURATIE VAN WATER CIRCUIT (VOOR WATER/WATER WARMTEPOMP) Onderstaande figuren tonen de twee waterconfiguraties. Figuur 1 toont alle componenten die standaard gebruikt worden: • de elektronische waterstromingsschakelaar, • het waterfilter, • de drukkranen en aftapkranen, • de automatische ontluchting. De tweede figuur toont het watercircuit van Rooftops met de optie voor lage watertemperaturen. Hydraulische gegevens Standaard Optie lage temperatuur water circuit...
Pagina 23
WATERCONDENSATIE Drukverlies – platenwarmtewisselaar Pressure Loss - Heat plate Exchanger Waterhoeveelheid (m Water flow (m3/h) Drukverlies – waterfilter Pressure Loss - WATER FILTER 10.0 Waterhoeveelheid (m Water flow (m3/h) Kromme van Filterkromme FWH/FWM warmtewisselaar FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 21...
INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME WAARSCHUWING: Als het noodzakelijk is dat de hoofdschakelaar bereikt kan worden, dient zo nodig een trap / corridor daarheen te worden aangebracht. Deze aanbeveling geldt voor installaties in het algemeen en in het bijzonder voor retouren en sokkels. Het geldt ook voor de bereikbaarheid van andere componenten van de unit: filters, koudemiddelcircuit, etc…...
INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME Als het frame juist is geplaatst, is het van essentieel belang dat het geheel wordt vastgezet met een losse gehechtlaste naad (20 tot 30 mm voor elke 200 mm ) langs de buitenzijde, of met een alternatieve methode. ISOLEREN EN VERZINKEN De buitenkant van het frame moet met moeilijk buigbare isolatie worden geïsoleerd;...
INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME NIET-VERSTELBARE, NIET-GEMONTEERDE DAKSOKKELINSTALLATIE ONDERDELEN VAN HET FRAME Figuur 8 toont de verschillende onderdelen van het frame voor dakopstelling. INSTALLATIE De daksokkel ondersteunt units die in een verticale uitvoering zijn geïnstalleerd. De niet verstelbare, niet gemonteerde daksokkel kan direct op de plaat worden geïnstalleerd, mits de structuur sterk genoeg is, of op daksteunen onder de plaat.
INSTALLATIE-INSTRUCTIES VOOR NIET-INSTELBARE DAKOPSTAND Deze daksokkel wordt ingepakt op een pallet geleverd en moet samengesteld worden. Het onderdeel wordt bevestigd met speciale corrosievrije nagels. Het is niet mogelijk deze met standaard nagelgereedschap te bevestigen omdat er veel kracht nodig is. Daarom heeft u pneumatisch of elektrisch gereedschap nodig. Installeren van schuimisolatie •...
RETOUR DAKSOKKEL PAS OP: Als het bij deze installatie noodzakelijk is dat Alle units de hoofdschakelaar bereikt kan worden, dient zo nodig een trap / corridor daarheen te worden aangebracht. Deze aanbeveling geldt voor installaties in het algemeen en in het bijzonder voor retouren en sokkels. Het geldt ook voor de bereikbaarheid van andere componenten van de unit: filters, koudemiddelcircuit, etc…...
RETOUR HORIZONTALE DAKSOKKEL PAS OP: Als het bij deze installatie noodzakelijk is dat Alle units de hoofdschakelaar bereikt kan worden, dient zo nodig een trap / corridor daarheen te worden aangebracht. Deze aanbeveling geldt voor installaties in het algemeen en in het bijzonder voor retouren en sokkels. Het geldt ook voor de bereikbaarheid van andere componenten van de unit: filters, koudemiddelcircuit, etc…...
ENERGIETERUGWINNING Alle units Alle units Alle units MAAT F-BOX 85-100-120 2279 2212 1447 1911 G-BOX 150-170 2539 2473 1544 2211 H-BOX 200-230 2789 2723 1703 2461 FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 32...
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE zoom Afb. 25 zoom zoom Wanneer de unit gemonteerd is op de daksokkel, verwijder de hefwig weergegeven op , en de deuren van de Terugwinningsmodule Monteer de houder van de Terugwinningsmodule op het gelijke niveau van de rooftop. Bevestig de Terugwinningsmodule op de rooftop en hoekstructuren met behulp van zelftappende...
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE STAP 1: Rooftop-configuratie Deze afbeelding laat zien hoe de rooftop-configuratie moet zijn voor de montage van de terugwinmodule. Geen kap Geen paneel Het hijsoog en de hoekplaten moeten De kopbescherming aan de linkerhoek verwijderd worden. van de rooftop moet plat gemaakt worden. FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 34...
Pagina 37
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE STAP 2: Hijsen Gebruik voor het ophijsen van de terugwinmodule de hijsogen die zijn aangebracht aan elk van de hoeken. FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 35...
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE STAP 3: Montage Bevestig tijdens de installatiefase het ondersteuningsgedeelte op het binnenniveau van de rooftop. ONDERSTEUNINGS GEDEELTE BINNENNIVEAU FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 36...
Pagina 39
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE STAP 4: Controle Een goede bevestiging is te controleren door te kijken naar de verbinding tussen rooftop en terugwinmodule: de verbinding moet op hetzelfde niveau zitten. GELIJK NIVEAU Bij de maten 150 en 170 bestaat een afwijking Maten 150 en 170 van 70 mm tussen rooftop en terugwinmodule (zie de afbeelding rechts).
Pagina 40
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE STAP 5 : Vastzetten Als de module juist geplaatst is, zet u de hoekstructuren aan de rooftop vast Zelftappende schroeven 32 D 4,8 met de zelftappende schroeven van 32 mm. Zet ook de bovenkant van de module vast aan de rooftop m.b.v. de zelftappende schroeven 19 mm.
Pagina 41
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE STAP 6: Afkitten Breng afdichtingskit aan op de zijverbindingen en de bovenste verbinding FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 39...
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE STAP 7: Elektrische bedrading De terugwinmodule wordt verzonden met een voedingskabel en een T-Lan-kabel. T-Lan-kabel Voedingskabel De beide kabels moeten door dit gat geleid worden FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 40...
Pagina 43
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE Bevestig vervolgens de twee kabels aan het rooster van de afzuigdaksokkel en steek ze in het elektrische paneel van de rooftop Kabels van de module, door het gat, naar het elektrische paneel van de rooftop FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 41...
Pagina 44
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE Sluit nu de voedingkabel van de module aan. De T-Lan-kabel gaat naar de Climatic50 (of de BE50 als die in het elektrisch paneel van de rooftop aanwezig is). Aansluiting in daksokkel voor afzuiging Aansluitingen van de terugwinmodule Aansluiting van de actuator van de daksokkel Let op:: controleer alle aansluitingen, en zie erop toe dat inwendige connectors juist op een uitwendige zijn aangesloten.
WARMTE TERUGWIN-INSTALLATIE STAP 8: Afstellen van de economiser van de daksokkel Met de optionele warmteterugwinmodule gaat de afzuiglucht door een warmtewiel. Daarom moet de economiser van de daksokkel permanent geheel gesloten blijven. Indien de economiser van de daksokkel niet geheel gesloten is, sluit die dan met de hand.
0-25% VERSE LUCHT MET HANDBEDIENING Het is voldoende om de schroeven van het raster los te maken en te verschuiven. 0%: schroef bevestigen in limietstop rechts 25%: schroef bevestigen in limietstop links PRINCIPETEKENING PRINCIPETEKENING FLEXY II MULTIDIRECTIONAL DAKSOKKEL PRINCIPETEKENING PRINCIPETEKENING ENERGIETERUGWINNINGSMODULE...
INBEDRIJFSTELLING DEZE WERKZAAMHEDEN MOGEN UITSLUITEND DOOR GEDIPLOMEERDE KOELMONTEURS WORDEN UITGEVOERD VUL HET INBEDRIJFSTELLINGSRAPPORT IN TERWIJL U BEZIG BENT Vergeet niet de afsluiters van de vloeistofleiding te openen voordat u de unit opstart (zie onderstaande sticker). AFSLUITERS MOETEN OPEN ZIJN VOOR HET STARTEN ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN - Controleer of de stroomvoorziening tussen het gebouw en de unit voldoet aan de lokale verordeningen en of de kabel voldoet aan de opstart- en bedrijfsvoorwaarden.
INBEDRIJFSTELLING DE UNIT STARTEN Controleer de bedieningsinstellingen en pas ze aan. Op dit punt moeten de stroomonderbrekers open zijn. U hebt een DS50-onderhoudsregelaar of Adalink met Raadpleeg de sectie over de bediening in deze handleiding een geschikte interface nodig. om de verschillende parameters in te stellen. DE UNIT VAN STROOM VOORZIEN - Schakel de unit in met de hoofdschakelaar (indien aanwezig).
INBEDRIJFSTELLING TESTS UITVOEREN Omgekeerde draaitest Deze test is bedoeld om de goede werking van vierweg Start de unit in de koelingsmodus. omschakelkleppen van omkeerbare warmtepompsystemen te controleren. Start de omgekeerde werking door de koude en warme drempeltemperaturen bij te stellen afhankelijk van de binnen- en buitencondities op het moment van de test (pagina 3320).
VENTILATIESNAARSPANNING SNAAR SPANNING Bij aflevering zijn de drijfriemen nieuw en afgesteld op de juiste spanning. Na de eerste 50 draai-uren moet de spanning gecontroleerd en bijgesteld worden. 80% van de totale verlenging van de drijfriemen treedt op tijdens de eerste 15 gebruiksuren. Voordat u de spanning bijstelt, moet u controleren of de snaarschijven correct zijn uitgelijnd.
VENTILATIE : SNAARSCHIJVEN SNAARSCHIJVEN MONTEREN EN AFSTELLEN ENTILATORSNAARSCHIJVEN VERWIJDEREN Verwijder de twee schroeven en plaats er een in de extractieschroefdraad. Draai de schroef er helemaal in. De naaf en de snaarschijf komen los. Verwijder de naaf en de snaarschijf met de hand, zonder de machine te beschadigen.
VENTILATIE : BALANCEREN VAN DE LUCHTSTROOM De feitelijke weerstand van luchtkanalen is niet altijd gelijk aan de theoretisch berekende waarden. Om dit te corrigeren is het vaak nodig snaarschijf en snaarafstelling aan te passen. De motoren zijn daarom voorzien van variabele snaarschijven. TESTEN EN ONDERHOUD TER PLAATSE Meet het vermogen dat door de motor wordt geabsorbeerd.
VENTILATIE : BALANCEREN VAN DE LUCHTSTROOM LUCHTHOEVEELHEID EN ESP CONTROLEREN methode bij het afstellen van de riemschijf: - Sluit de snaarschijf geheel en tel het aantal slagen vanaf de geheel gesloten toestand. Aan de hand van Aan de hand van de ventilatorcurven op pagina’s 36 t/m 40 tabel 1 is dan de feitelijke diameter van de snaarschijf kunnen nu de luchthoeveelheid, de totale beschikbare druk te bepalen.
Pagina 54
VENTILATIE : BALANCEREN VAN DE LUCHTSTROOM VOORBEELD De in dit voorbeeld gebruikte unit is de FGM170ND met standaard toevoer- en retourconfiguratie. Hij is voorzien van een economiser en een elektrisch verwarmingselement type H. Uitgerust met 2 ADH450 L -ventilatoren, waarvan de curve op pagina 36 wordt weergegeven, en twee motoren van 5,5 kW. Motor rpm: 1447 rpm - cosϕ...
Pagina 55
VENTILATIE : BALANCEREN VAN DE LUCHTSTROOM AT15-15G2L(*) (*) De prestaties van dubbele ventilatorunits kunnen worden berekend op basis van het overeenkomstige instellingspunt voor één ventilator (zie de volgende afbeelding) en de toepassing van de onderstaande formules. - druk: PTwin = P x 1 - volumestroom: Qb = Q x 2 - bladvermogen: Wb = W x 2,15 - ventilatortoerental: Nb = N x 1,05...
Pagina 56
VENTILATIE : BALANCEREN VAN DE LUCHTSTROOM AT18-18S FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 54...
Pagina 57
VENTILATIE : BALANCEREN VAN DE LUCHTSTROOM ADH355L FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 55...
Pagina 58
VENTILATIE : BALANCEREN VAN DE LUCHTSTROOM ADH450L FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 56...
Pagina 59
VENTILATIE : BALANCEREN VAN DE LUCHTSTROOM ADH500L FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 57...
VENTILATIE : FILTERS ILTERS VERVANGEN Nadat u het inspectieluik van de filters hebt geopend, tilt u de borghendel op. Vervolgens kunt u de filters heel gemakkelijk verwijderen en vervangen: u schuift de vuile filters uit hun houders en u schuift de schone filters in de houders.
VENTILATIE : LUCHTZAKREGELING LUCHTZAKREGELING ERKING VAN DE LUCHTZAKREGELING Door het gebruik van luchtzakken bij de air-conditioning van ruimten is het mogelijk grote luchtvolumes bij een lage stroomsnelheid te distribueren. Dit wordt nu bij steeds meer toepassingen gebruikt. Daarom is nu een luchtzakregeling (airsock control) verkrijgbaar, waardoor luchtzakken geleidelijk gevuld worden bij het opstarten.
VENTILATIE : UV-lamp UV-LAMP De optionele UV-lamp helpt bacteriën op de ventilator te doden. De UV-lamp straalt korte UV-C ultravioletstralen uit die schadelijk zijn voor huid en ogen. Dit kan ernstige brandwonden en oogontstekingen veroorzaken, zelfs met een blootstelling van maar EEN SECONDE. Ga de machine niet binnen wanneer het UV-licht brandt.
VERWARMING : WARMWATERBATTERIJ HYDRAULISCHE VERBINDINGEN BESCHERMING TEGEN VORST De warmwaterbatterij werkt volledig modulerend d.m.v. de 1) Glycol voor bescherming tegen vorst. driewegklep. Warmwaterbatterij, aansluitingen en kleppen Controleer of het hydraulische systeem Glycol voor zijn getest bij 15 bar. Vorstbescherming wordt geboden bescherming tegen vorst bevat.
Pagina 65
200°C. Voor elk model rooftop zijn er drie elektrische verhitters beschikbaar: S (Standaard), M (Medium) en H (Hoog). FLEXY 2 85, 100 en 120 zijn voorzien van: Standaard verhitter: 30 kW, 2 trappen.
VERWARMING : GASBRANDER CONTROLES VOORAFGAANDE AAN HET OPSTARTEN GASSTROOM (voor G20 bij 20 mbar en 15°C) m UNITGROOTTE Opmerking : St. POWER 12.5 12.5 18.8 18.8 Hi POWER 12.5 12.5 12.5 18.8 18.8 WERKZAAMHEDEN AAN HET GASSYSTEEM DIENEN UITSLUITEND DOOR HIERVOOR OPGELEID PERSONEEL TE WORDEN UITGEVOERD.
Pagina 67
VERWARMING : GASBRANDER DRUKAFSTELLINGEN MET DE DRUKREGULERENDE KLEP TYPE VK 4125 P VAN HONEYWELL Afstelling van drukregelaar met gastoevoer van 300 mbar: Afb. 16 Controle van de injectiedruk bij hoge warmte - Controleer de uitlaatdruk op de klep en stel deze, indien nodig, bij tot 10,4 mbar (G20) / 13,1 mbar voor Groningen (G25) en 34,3 mbar voor propaan (G31) (afbeelding 17).
Pagina 68
VERWARMING : GASBRANDER Controle van de injectiedruk bij lage warmte - Na het aanpassen van de lage warmte, moet u de hoge - Schakel de regelaar naar Lage warmte warmte opnieuw controleren. - Controleer de uitlaatdruk en stel deze, indien nodig, bij tot - Plaats de stoppers opnieuw en sluit de drukpoorten.
Pagina 69
VERWARMING : GASBRANDER DRUKAFSTELLINGEN MET DE DRUKREGULERENDE KLEP TYPE VK 4605 P VAN HONEYWELL Afstelling van drukregelaar met gastoevoer van 300 mbar: Afb. 20 Controle van de injectiedruk bij hoge warmte Controleer de uitlaatdruk op de klep en stel deze, indien nodig, bij tot 8.0mbar (G20) / 10,4mbar voor Groningen (G25) en 28.3 mbar voor propaan (G31) (afbeelding 21).
Pagina 70
VERWARMING : GASBRANDER Controle van de injectiedruk bij lage warmte - Schakel de regelaar naar Lage warmte. - Na het aanpassen van de lage warmte, moet u de hoge - Controleer de uitlaatdruk en stel deze, indien nodig, bij tot warmte opnieuw controleren.
VERWARMING : GASBRANDER VEILIGHEIDSCONTROLES BRANDER Test ionisatiesonde Test van de drukschakelaar van de rookafzuiging - Koppel, terwijl de brander werkt, de terminalaansluiting - Maak, terwijl de gasbrander werkt, de flexibele slang van de ionisatiesonde los op de bedieningskast voor de los die is aangesloten op het drukaftakpunt op de gasontsteking.
VERWARMING : GASBRANDER OPSTARTVOLGORDE BIJ HET ONTSTEKEN VAN DE GASBRANDER Bediening vanaf de bedieningskast Thermostaat GAS = Gesloten Thermostaatlimiet opgeven? (Automatisch resetten) Lagedrukschakelaar voor het gas? Signaal van bedieningskast voor de gasontsteking Afzuigventilator AAN Luchtdrukschakelaar AAN Thermostaat naontsteking AAN? Voorventilatie 30 seconden Gasafsluiter wordt Ontstekingselektrode 4 sec.
VERWARMING : GASBRANDER PROBLEMEN MET DE GASBRANDER OPLOSSEN Als er fouten worden weergegeven op de CLIMATIC - Reset de CLIMATIC. - Controleer de spanning: 230 V na stroomonderbreker. - Controleer of de GASafsluiters geopend zijn. - Controleer de gasdruk bij de inlaat van de gaskleppen. Deze moet > 20 mbar zijn wanneer de branders uit gaan. - Pas de setpoints van de brander aan bij de prioriteiten.
VERWARMING : GASBRANDER DE GASBRANDER DEMONTEREN De rookgasafvoer demonteren VOOR ONDERHOUDSDOELEINDEN - Koppel de elektrische aansluiting van de ventilator los en verwijder de schroeven die de ventilator op zijn plaats Aanbevolen voorzorgsmaatregelen houden. - Isoleer de unit met behulp van de scheidingsschakelaar. - Zorg ervoor dat er geen losse moeren in de rookafvoer - Sluit de scheidingsgasafsluiter voor de unit af.
Pagina 75
VERWARMING : GASBRANDER 60kW 120kW FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 73...
Pagina 76
VERWARMING : GASBRANDER 180kW 240kW FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 74...
VERWARMING : MODULERENDE GASBRANDER 60 OF 120 kW Aandrijfschroef Maximale opening MODULERENDE GASBRANDER (ONDER PATENT INPI mei 2004) De aandrijving Minimale opening Dragend oppervlak van de aandrijfschroef De aandrijving ontvangt een informatie 0-10V voor de regeling van de positie van de luchtklep; vervolgens verstuurt de aandrijving de positie naar de printplaat, waar de klep wordt bestuurd.
Pagina 78
VERWARMING : MODULERENDE GASBRANDER 60 OF 120 kW Controle van de injectiedruk bij hoogvermogen RUKAFSTELLINGEN MET DE DRUKREGULERENDE KLEP VK4105MB en laagvermogen verhitting: TYPE ONEYWELL EN DE PRINTKAART W4115D1024 Elektronicaprintplaat W4115D1024 Afstelling van drukregelaar met gastoevoer van 300 mbar: Er is één printplaat voor twee kleppen. Elektrische voeding 230 V Potentiometer met de aanduiding...
Pagina 79
VERWARMING : MODULERENDE GASBRANDER 60 OF 120 kW - Controleer de netspanning (230 V) van de printkaart: de fase moet op klem 01 en de nul op klem 02 aangesloten - Draai de potmeter terug in de richting zijn. van de + totdat de gewenste 10,4 mbar voor aardgas bereikt wordt voor - Controleer de bedrading van het 0-10V signaal tussen hoogvermogen verwarmen.
Pagina 80
VERWARMING : MODULERENDE GASBRANDER 180 & 240 kW Aandrijfschroef Maximale opening MODULERENDE GASBRANDER (ONDER PATENT INPI mei 2004) De aandrijving Minimale opening De aandrijving ontvangt een informatie 0-10V voor de regeling van de positie van de luchtklep; vervolgens verstuurt de aandrijving de positie naar de printplaat, waar de klep wordt bestuurd.
Pagina 81
VERWARMING : MODULERENDE GASBRANDER 180 & 240 kW Controle van de injectiedruk bij hoogvermogen RUKAFSTELLINGEN MET DE DRUKREGULERENDE KLEP VK4605MB en laagvermogen verhitting: TYPE ONEYWELL EN DE PRINTKAART W4115D1024 Elektronicaprintplaat W4115D1024 Afstelling van drukregelaar met gastoevoer van 300 mbar: Er is één printplaat per klep. Elektrische voeding 230 V Potentiometer met de aanduiding...
Pagina 82
VERWARMING : MODULERENDE GASBRANDER 180 & 240 kW Het afstellen van de minimumdrukinstelling: - Controleer de netspanning (230 V) van de printkaarten: de fase moet op klem 01 en de nul op klem 02 aangesloten zijn. - Maak de elektrische verbinding van de MODUREG (= modulerende magneetklep) los.
ELEKTRISCHE GEGEVENS : BEDRADINGSSCHEMA'S = Alleen koeling = Warmtepompunit = Alleen koeling met gasverwarming = Warmtepompunit met gasverwarming = Warmtepompunit met watergekoelde condensor = Warmtepompunit met watergekoelde condensor en gasverwarming HOOFDSTROOMSCHEMA TRI / 400V / 50Hz + T FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 85...
Pagina 88
ELEKTRISCHE GEGEVENS : BEDRADINGSSCHEMA'S HOOFDSTROOMSCHEMA TRI / 400V / 50Hz + T FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 86...
Pagina 89
ELEKTRISCHE GEGEVENS : BEDRADINGSSCHEMA'S CLIMATIC 50 REGELAAR FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 87...
Pagina 90
ELEKTRISCHE GEGEVENS : BEDRADINGSSCHEMA'S CLIMATIC 50-INGANG FCM / FHM / FGM / FDM FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 88...
Pagina 91
ELEKTRISCHE GEGEVENS : BEDRADINGSSCHEMA'S CLIMATIC 50 UITGANG FCM / FHM / FGM / FDM FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 89...
R410A SOORT KOUDEMIDDEL VERZADIGINGSDRUK Verzadigingsdruk (relatieve druk in bar) R-410A is een HFC ofwel hydrofluorocarbon. De stof bevat waterstof-, fluor en koolstofatomen. Omdat er geen chloor Temp. °C R410A-damp R410A in zit reageert deze stof bij het afbreken niet met de 28.97 31.94 46.54...
SPECIALE TEMPERATUUR-BEVEILIGING VAN DE SCROLLCOMPRESSOR (ASTP – ADVANCED SCROLL TEMPERATURE PROTECTION) ITLEG VAN DE WERKING NDERHOUD AAN DE COMPRESSOR De beveiliging spreekt aan als de perstemperatuur Wat te doen ... van de scrollcompressor de 150°C (+/- 17 K) • met een compressor waarvan de bereikt beveiliging heeft aangesproken Stop de compressor...
ONDERHOUDSDIAGNOSE KOELING MOGELIJKE OORZAAK EN FOUT OPLOSSING SYMPTOMEN Meet de oververhitting en de nakoeling: Goed bij 5°C<SC<10°C en 5°C<SH<10°C Te weinig koelmiddel Slecht bij>10°C en SH te laag Controleer de afstelling van de oververhitting en de vul-unit (er moet ook op lekkages worden gecontroleerd) In de warmtepompmodus is het Bij oververhitting moet u controleren of temperatuurverschil tussen T buiten en...
ONDERHOUDSDIAGNOSE KOELING MOGELIJKE OORZAAK EN FOUT OPLOSSING SYMPTOMEN Warmtepompmodus: Controleer het filter voordat de verdamperbatterij Wordt gemeten en schat de luchthoeveelheidwaarde. Verkeerde luchthoeveelheidwaarden Verhoog de snelheid van de ventilator. Koelingmodus: Controleer de condenserventilator (ampères) Incorrect waterdebiet (alleen Controleer de waarde van het watergekoelde rooftop) waterdebiet Zomerwerking...
Pagina 112
Controleer de instelbare ampères op de pomp open Hoge ampères door het bevriezen van de motorstarter batterij Pas de instellingen van de ontdooicyclus Flexy: Er zit water in de motoraansluiting Vervang het onderdeel ELEKTRISCH VERWARMINGSELEMENT MOGELIJKE OORZAAK EN FOUT OPLOSSING SYMPTOMEN...
ONDERHOUDSDIAGNOSE WATERLEKKAGES MOGELIJKE OORZAAK EN FOUT OPLOSSING SYMPTOMEN Koelingmodus: Er stroomt water van de batterij weg Schat de luchthoeveelheid en controleer door de grote luchthoeveelheid en de of de snelheid lager is dan 2,8 m/s. snelheid op de batterij. Lage luchtdruk in het compartiment Water in het ventilatiegedeelte wordt veroorzaakt door een hoge Controleer het filter.
Het is aan te bevelen een minimumvoorraad aan vervangingsonderdelen aan te houden, zodat deze bij regelmatig onderhoud meteen beschikbaar zijn (voorbeeld: filters). Uw contactpersoon bij Lennox kan u helpen een lijst op te stellen van in voorraad te houden onderdelen.
Pagina 115
ONDERHOUDSPLAN Taak Bedrijfsstand Vervang filters door nieuwe in geval van wegwerpfilters. Vuil verwijderen met een stofzuiger of blazer. Voorzichtig wassen en drogen. Reinig of vervang filters: wegwerp Vervang ze indien nodig. of met metalen frame. Een verstopt filter heeft nadelige gevolgen voor de werking van de unit.
Pagina 116
ONDERHOUDSPLAN Taak Bedrijfsstand Sluit manometers aan op het te controleren circuit. Stop de axiale ventilatoren en wacht tot de hogedrukschakelaar de compressor stopt. 29 bar (+1/-0) Controle van de HD/LD- auto-reset 22 bar (+/- 0,7). Sluit de ventilatoren weer aan. veiligheidsschakelaars Schakel de centrifugale toevoerventilator in en wacht tot de lagedrukschakelaar uitschakelt.
ANTI-ROESTGARANTIE 10 jaar garantiebepalingen en -voorwaarden tegen roestvorming voor de Rooftop omkasting: Lennox garandeert de omkasting van de Rooftop units, die zijn gefabriceerd vanaf mei 1991, tegen roest gedurende een periode van 10 jaar vanaf de leveringsdatum van het materiaal.
Pagina 118
LONGVIC-SITE - ISO 9001 (2008)-CERTIFICAAT FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 116...
ROOKMELDER - CE-CONFORMITEITSVERKLARING FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 119...
Pagina 122
G4-FILTERISOLATIECERTIFICAAT FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 120...
Pagina 123
F7-FILTERISOLATIECERTIFICAAT FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 121...
Pagina 124
GLASWOLISOLATIECERTIFICAAT FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 122...
Pagina 125
GLASWOLISOLATIECERTIFICAAT FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 123...
Pagina 126
FLEXY 60-120-180-240 KW - GASBRANDERCERTIFICAAT FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 124...
Pagina 127
ROOFTOP PED-CONFORMITEITSCERTIFICAAT FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 125...
Pagina 128
ROOFTOP PED-CONFORMITEITSCERTIFICAAT FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D Pagina 126...
Pagina 130
LENNOX DISTRIBUTION +33.4.72.23.20.00 info.dist@lennoxeurope.com Omdat Lennox steeds de kwaliteit voorop blijft stellen, kunnen specificaties, nominale waarden en afmetingen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden, zonder dat hieraan rechten kunnen worden ontleend. Onjuiste installatie, instelling, wijziging, reparatie of onderhoud kan leiden tot materiële schade en persoonlijk letsel.