VERWARMING: gasbrander
PROBLEMEN OPLOSSEN MET DE GASBRANDER
Als er fouten worden weergegeven op de CLIMATIC
- Reset de CLIMATIC.
- Controleer het voltage: 230 V na stroomonderbreker.
- Controleer of de GASafsluiters geopend zijn.
- Controleer de GASdruk bij de inlaat van de GASafsluiters. Deze druk moet >20 mbar zijn als de branders zijn uitgeschakeld.
- Pas de instellingen aan voor de brander. Verhoog de kamertemperatuurinstelling tot een temperatuur die hoger is dan
de daadwerkelijke kamertemperatuur.
Tabel 6
TRAP
NORMALE
WERKING
Verwarming
Groen, geel &
Gevraagde
rode lampje AAN = onvoldoende gas
Lampje AAN Afzuigventilatoren
Na 30 tot 45
seconden:
Afzuigventilator voorventilatie. De
is ON
ontstekings-
elektrode
moet vonken
Voortdurende
ventilatie
Na een paar
en vonken
seconden wordt
van ontstekings- de gasbrander gaat de gasbrander
elektrode
ontstoken
MOGELIJKE
FOUT
Alle lampjes UIT
= fout in de
ventilatorthermostaat
Geel & rood
Lampje UIT
toevoer
rode lampje UIT
= fout in de
oververhitting thermostaat
op de gasbrander
steunbalk
Na 10 seconden
+ Controleer de aansluitingen van de regelaar
wordt uit veiligheid
uitgeschakeld zijn gestart + Controleer impedantie van elektra
voor de ontsteking
wordt bedieningskast
Er gebeurt niets
+ Controleer elektrische verbinding
+ Controleer voedingsspanning ventilator.
+ Controleer de ontstekingselektrode
Voortdurende
Deze moet hoger zijn dan 165 Pa
Ventilatie
zonder vonken
van ontstekings-
elektrode
Na 4 seconden
wordt de gasbrander
nog steeds niet
en wordt bij de
bedieningskast uit
veiligheid uitgeschakeld
uit veiligheid de ontsteking
uitgeschakeld
Na 4 seconden
ontstoken MAAR
wordt uit veiligheid
uitgeschakeld vanaf de
bedienings- kast
ACTIE
+ Controle verbindingen
in de ventilator
thermostaat
+ Controleer klep
opening
& toevoer-
druk
+ Controleer thermostaat
bediening na
handmatig opnieuw instellen
blokering op de gasklep
elektronische klep:
(1) = 2,90k; ;
(2) = 1.69k
(afb. nr. 18, p 46)
+ Controleer de vrije beweging
van het ventilatorwiel
van de gasontsteking
in bedieningskast en
op EF-aansluitbord
+ Controleer het drukverlies
bij de luchtdrukschakelaar:
+ Controleer de juiste werking
van de luchtdrukschakelaar
met een Ohmmeter en
door kunstmatig de slang
in de slang te verlagen
+ Controleer druk gasinjectie
tijdens het opstarten
(waarde voor hoge warmte)
+ Vervang de bedieningskast
van het gasblok
+ Controleer positie en
aansluiting van de ionisatie-
sensor. Deze mag niet
geaard zijn (230V)
+ Controleer of R.C.-circuit
van de transformator van
de gasbrander goed is
aangesloten op de 0-pool
+ Meet de ionisatiestroom:
deze moet hoger zijn
dan 1,5 microampère.
+ Controleer het type gas.
MOGELIJKE
OPLOSSING
+ Vervang
thermostaat
+ Herstel
gastoevoer
+ Vervang
thermostaat
+ Opnieuw plaatsen van
de regeling
op de gasklep
+ Vervang
klep
+ Vervang ventilator
+ Vervang EF-
aansluit-
bord , indien nodig
+ Plaats de slang van de
drukschakelaar opnieuw
+ Vervang de
drukschakelaar
+ Verwijder de lucht uit de
gasleidingen
+ Stel voor de injectiedruk
een hoger
waarde in
+ Vervang de bedieningskast
als de gasklep
OK is
+ Controleer de hele
elektrische voeding.
+ Pas de toevoer en
injectiedruk
indien gas anders is
dan aardgas
G20 :( G25 Gas uit
Groningen bijvoorbeeld).
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 49