INGEBRUIKSTELLING
DEZE WERKZAAMHEDEN MOGEN
UITSLUITEND DOOR OPGELEIDE
KOELMONTEURS UITGEVOERD TE
WORDEN.
VUL HET INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT
IN TERWIJL U BEZIG BENT
VÓÓR AANSLUITING OP NETSPANNING:
- Controleer of de stroomvoorziening tussen het gebouw
en de unit voldoet aan de lokale verordeningen en of de
kabel voldoet aan de opstart- en bedrijfsvoorwaarden.
CONTROLEER OF DE STROOMVOORZIENING
BESTAAT UIT 3 FASEN EN EEN NUL-LEIDER
ALS DE UNIT IS UITGERUST MET EEN
AFZUIGVENTILATOR.
- Controleer of de volgende kabelverbindingen stevig vast
zitten: hoofdschakelaarverbindingen, netstroomkabels die
zijn gekoppeld aan de schakelaars en
stroomonderbrekers en de kabels in het 24-volts
stuurstroomcircuit.
PRELIMINARY CHECKS
- Controleer of de aandrijfmotoren goed vastzitten.
- Controleer of de instelbare takelblokken vastzitten en of
de snaar met de juiste transmissie is gespannen.
Raadpleeg de volgende sectie voor gedetailleerde
informatie.
- Controleer aan de hand van het schema van de
elektrische bedrading de conformiteit van de elektrische
beveiligingen (instellingen van de stroomonderbreker en
de aanwezigheid en nominale waarde van zekeringen).
- Controleer de verbindingen met de temperatuursensor.
Pagina 20 - IOM - FLEXY - 0704 -D
DE UNIT STARTEN
Op dit punt moeten de stroomonderbrekers open zijn
U hebt een DS50-onderhoudsregelaar of Climalook met
een geschikte interface nodig.
De jumpers zijn in de fabriek ingesteld en de
Language
Language
Language
Language
Language
ENGLISH
ENGLISH
ENGLISH
ENGLISH
ENGLISH
RT 050.001
RT 050.001
RT 050.001
RT 050.001
RT 050.001
BIOS 0000 Boot 0000
BIOS 0000 Boot 0000
BIOS 0000 Boot 0000
BIOS 0000 Boot 0000
BIOS 0000 Boot 0000
configuratieschakelaars worden afgesteld op het type unit.
Sluit de CLIMATIC-diplays aan.
Sluit de 24-volts stuurstroomonderbrekers aan.
De CLIMATIC 50 start na 30 seconden.
or