LET OP: De actie waarbij de behuizings-ID's opnieuw worden ingedeeld is alleen van toepassing op de
modus met twee controllers. Als slechts één controller beschikbaar is, als gevolg van een configuratie met
één controller of een fout in een controller, wordt bij het handmatig opnieuw scannen de volgorde van de
stationsbehuizings-ID's niet gewijzigd.
I/O stoppen
Bij het uitvoeren van probleemoplossing voor fouten in schijfstations of met de connectiviteit, moet u I/O
voor de betrokken schijfgroepen vanaf alle hosts stoppen als voorzorgsmaatregel ter beveiliging van de
gegevens. Als aanvullende maatregel om gegevens te beschermen raden we u aan een regelmatige
back-up van uw gegevens te plannen.
BELANGRIJK: Het stoppen van de I/O naar een schijfgroep is een taak die u op de host uitvoert. Dit valt
buiten het bereik van dit document.
Als u zich op de locatie van het systeem bevindt, kunt u controleren of er I/O-activiteit plaatsvindt door
even de systeem-LED's te bekijken. Dit is echter niet mogelijk wanneer u op afstand toegang verkrijgt tot
het opslagsysteem. Op afstand kunt u de opdracht show disk-group-statistics gebruiken om te
bepalen of de in- en uitvoer is gestopt. Voer de volgende stappen uit:
1. Voer met de CLI de opdracht show disk-group-statistics uit.
In de uitvoer voor Aantal leesbewerkingen en Aantal schrijfbewerkingen wordt het
aantal van deze bewerkingen weergegeven dat heeft plaatsgevonden sinds de statistiek voor het laatst
is gereset of de controller opnieuw is gestart. Schrijf de aantallen op die worden weergegeven.
2. Voer de opdracht show disk-group-statistics nogmaals uit.
Hierdoor beschikt u over een specifieke tijdsperiode (het interval tussen het aanvragen van de statistieken)
om te bepalen of gegevens worden geschreven naar of gelezen van de schijfgroep. Schrijf de aantallen
op die worden weergegeven.
3. Als u wilt bepalen of er lees- of schrijfbewerkingen hebben plaatsgevonden tijdens dit interval, trekt u
de reeks getallen die u hebt vastgelegd in
• Als het resulterende verschil nul is, is I/O gestopt.
• Als het resulterende verschil niet nul is, wordt door een host nog steeds gelezen van of geschreven
naar de schijfgroep. Hef de beëindiging van de I/O van hosts niet op en herhaal
tot het verschil in
LET OP: Zie de CLI-naslaghandleiding voor meer informatie. Optioneel kunt u de SMC gebruiken voor het
controleren van IOP's en MB/s.
Diagnostische stappen
In deze sectie worden de mogelijke redenen en te ondernemen acties beschreven in het geval een LED een
foutconditie aanduidt tijdens de eerste set-up van het systeem. Zie bijlage A –
beschrijving van elke status van LED's.
LET OP: Wanneer gebeurtenismelding is geconfigureerd en ingeschakeld met de SMC, kunt
u gebeurtenislogboeken controleren om de conditie van het systeem en de onderdelen te achterhalen.
Naast het controleren van de LED's via visuele observatie van de hardwareonderdelen in het rek bij het
uitvoeren van de diagnostische stappen, kunt u de conditie van het systeem en de onderdelen ervan ook
controleren met de eerder genoemde beheerinterfaces. Houd hier rekening mee wanneer u de kolom
Acties bekijkt in de volgende diagnostische tabellen en wanneer u de procedures voor de stappen
verderop in dit hoofdstuk doorneemt.
stap 1
stap 3
nul is.
af van de getallen die u hebt vastgelegd in
Lenovo Storage S3200/S2200-installatiehandleiding
stap
stap 1
en
stap 2
LED-beschrijvingen
voor een
2.
51