Inhoudsopgave
Advertenties
3
Hosts aansluiten
Systeemvereisten van host
Hosts moeten worden aangesloten op een Lenovo Opslag S3200/S2200-controllerbehuizing die aan de
volgende eisen voldoet:
• Afhankelijk van de systeemconfiguratie kan het voor hostbesturingssystemen vereist zijn dat multipathing
(het gebruik van meerdere paden) wordt ondersteund.
Als fouttolerantie is vereist, is multipathing-software mogelijk vereist. Op de host geïnstalleerde
multipath-software moet worden gebruikt voor elke configuratie waarbij twee logische paden tussen de
host en een opslagvolume tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn. Hieronder vallen de meeste configuraties
met meerdere verbindingen met de host of meerdere verbindingen tussen een switch en de opslag.
• Gebruik de systeemeigen Microsoft MPIO DSM-ondersteuning voor Windows Server 2008 en
Windows Server 2012. Gebruik Server Manager of de Command Line Interface (CLI of
opdrachtregelinterface; CLI-hulpprogramma mpclaim) om de installatie uit te voeren.
Raadpleeg de volgende websites voor informatie over het gebruik van native Microsoft MPIO DSM:
http://support.microsoft.com
http://technet.microsoft.com
Overwegingen bij de bekabeling
Veelgebruikte bekabelingsconfiguraties omvatten hosts, controllerbehuizingen, stationsbehuizingen en
switches. Hostinterfacepoorten op S3200/S2200-controllerbehuizingen kunnen op de betreffende hosts
worden aangesloten via een directe kabel- of switchverbinding.
De behuizing aansluiten op hosts
Een host stelt een externe poort vast waarop het opslagsysteem is aangesloten. De externe poort kan een
poort in een I/O-adapter (zoals een FC HBA) in een server zijn. De kabelverbindingen hangen van de
configuratie af. In deze sectie worden hostinterfaceprotocollen beschreven die worden ondersteund door
S3200/S2200-controllerbehuizingen en worden enkele veelgebruikte bekabelingsconfiguraties getoond.
LET OP: S3200/S2200-controllers maken gebruik van Unified LUN Presentation (ULP): een functie op
controllers waarmee een host toegang krijgt tot toegewezen volumes via een van de hostpoorten op de
controller.
ULP kan alle LUN's via alle hostpoorten op beide controllers weergeven. De interconnect-informatie wordt
beheerd door de firmware op de controller. ULP wordt voor de host weergegeven als een actief-actief
opslagsysteem, zodat de host een willekeurig beschikbaar pad voor toegang tot het LUN kan selecteren,
ongeacht het eigendom van de schijfgroep.
TIP: Zie "De configuratiewizard gebruiken" in de Handleiding voor opslagbeheerders voor de eerste
configuratie van het systeem of het wijzigen van de instellingen voor de systeemconfiguratie (zoals het
configureren van hostpoorten).
(zoek op de site naar "overzicht multipath I/O")
Lenovo Storage S3200/S2200-installatiehandleiding
31
Advertenties
Inhoudsopgave
