Inhoudsopgave
Advertenties
5
Problemen oplossen
USB-verbinding van CLI-poort
Lenovo Opslag S3200/S2200-controllers hebben een CLI-poort met een mini-USB Type B-vormfactor. Als
u problemen ondervindt met de communicatie met de poort nadat u uw computer hebt aangesloten op
het USB-apparaat, moet u mogelijk een apparaatstuurprogramma (Windows) downloaden of de juiste
parameters instellen via een besturingssysteemopdracht (Linux). Zie bijlage D voor meer informatie.
Methode om fouten te isoleren
S3200/S2200-opslagsystemen bieden vele manieren om fouten te isoleren. In deze sectie vindt u de
basismethoden voor het opsporen van fouten binnen een opslagsysteem en voor het aanduiden van de
betreffende CRU's (Customer Replaceable Units of eenheden die de klant kan vervangen).
Zoals is opgemerkt in
inrichten van het systeem na het voltooien van de hardware-installatie. Als onderdeel van dit proces moet
u gebeurtenismelding inschakelen, zodat u van het systeem een melding ontvangt wanneer een probleem
plaatsvindt dat de opgegeven ernst heeft of ernstiger is (zie "De configuratiewizard gebruiken >
Gebeurtenismelding configureren" in de Handleiding voor opslagbeheerders). Wanneer gebeurtenismelding
is geconfigureerd en ingeschakeld, kunt u de aanbevolen acties in de melding opvolgen om het probleem
op te lossen. Dit wordt nader besproken in de hieronder beschreven opties.
Basisstappen
De basisstappen voor het isoleren van fouten zijn als volgt:
• Foutinformatie verzamelen, waaronder ook de van systeem-LED's
(zie
Foutinformatie verzamelen
• Bepalen op welke locatie in het systeem de fout optreedt
(zie
Bepalen op welke locatie de fout optreedt
• De gebeurtenislogboeken controleren
(zie
De gebeurtenislogboeken bekijken
• Indien vereist de fouten terugleiden tot een onderdeel of configuratie van het gegevenspad
(zie
De fout isoleren
Beschikbare opties voor het uitvoeren van de basisstappen
Bij het uitvoeren van foutisolatie en de stappen voor probleemoplossing, raden we u aan de optie of opties
te kiezen die het beste bij uw omgeving passen. De opties (er worden er hieronder vier beschreven) sluiten
elkaar niet uit en u kunt ze dus allemaal gebruiken. U kunt de SMC gebruiken om aan de hand van de
conditiepictogrammen of -waarden voor het systeem en de bijbehorende onderdelen te controleren of alles
in orde is of om te achterhalen welk onderdeel het probleem veroorzaakt. Als u een probleem ontdekt,
bieden de SMC en de CLI de aanbevolen stappen online. Opties voor het uitvoeren van de basisstappen
worden vermeld volgens de frequentie waarmee ze worden gebruikt:
• De SMC gebruiken
• De CLI gebruiken
• Gebeurtenismelding controleren
• De LED's van de behuizing bekijken
De SMC gebruiken
De SMC gebruikt conditiepictogrammen om de status OK, Verminderd, Storing of Onbekend weer te
geven voor het systeem en de bijbehorende onderdelen. Met de SMC kunt u de conditie van het systeem
en de bijbehorende onderdelen bijhouden. Als er een probleem optreedt in een onderdeel, is de status
van de systeemconditie Verminderd, Storing of Onbekend. Gebruik de interface van de webtoepassing om
te achterhalen welke onderdelen een probleem hebben en voer de acties in het veld Aanbevelingen voor
conditie van het onderdeel uit om het probleem op te lossen.
48
Problemen oplossen
Basisbewerking
op pagina 47, gebruikt u de SMC voor het configureren en
op pagina 49)
op pagina 50)
op pagina 50)
op pagina 49)
Advertenties
Inhoudsopgave
