De gebeurtenislogboeken bekijken
In de gebeurtenislogboeken worden alle systeemgebeurtenissen vastgelegd. Elke gebeurtenis heeft een
numerieke code die het type gebeurtenis aanduidt dat heeft plaatsgevonden en heeft de volgende niveaus
van ernst:
• Kritiek. Er is een fout opgetreden die mogelijk tot gevolg heeft dat de controller wordt uitgeschakeld.
Corrigeer het probleem onmiddellijk.
• Fout. Er is een storing opgetreden die mogelijk van invloed is op de integriteit van gegevens of de
stabiliteit van het systeem. Corrigeer het probleem zo snel mogelijk.
• Waarschuwing. Er is een probleem opgetreden dat mogelijk van invloed is op de stabiliteit van het
systeem, maar niet op de integriteit van gegevens. Beoordeel het probleem en corrigeer het indien nodig.
• Informatief. Er is een wijziging opgetreden in een configuratie of status of er is een probleem
opgetreden dat door het systeem is gecorrigeerd. Er is geen onmiddellijke actie vereist.
In de gebeurtenislogboeken worden alle systeemgebeurtenissen vastgelegd. Het is belangrijk om de
logboeken te controleren. En dat niet alleen om de fout aan te duiden, maar ook om gebeurtenissen
te zoeken die de fout mogelijk hebben veroorzaakt. Een host kan bijvoorbeeld connectiviteit met een
schijfgroep verliezen als een gebruiker kanaalinstellingen wijzigt zonder rekening te houden met de
opslagbronnen die hieraan zijn toegewezen. Bovendien kan het type fout u helpen het probleem te
herleiden tot de hardware of de software.
De fout isoleren
Het kan van tijd tot tijd nodig zijn om een fout te isoleren. Dat geldt met name voor gegevenspaden,
vanwege het aantal onderdelen waaruit het gegevenspad bestaat. Als een gegevensfout op de host
plaatsvindt, kan deze veroorzaakt zijn door een van de onderdelen in het gegevenspad: de controllermodule,
kabel, switch of gegevenshost.
Als de behuizing niet kan worden geïnitialiseerd
Het kan maximaal twee minuten duren totdat alle behuizingen zijn geïnitialiseerd. Als een behuizing niet
kan worden geïnitialiseerd:
• Voer opnieuw een scan uit
• Schakel het systeem uit en vervolgens opnieuw in
• Controleer of het netsnoer goed is aangesloten en controleer de energiebron waarop het is aangesloten
• Controleer het gebeurtenislogboek op fouten
Behuizings-ID's corrigeren
Bij het installeren van een systeem waarop stationsbehuizingen zijn aangesloten, zijn de behuizings-ID's
mogelijk niet in overeenstemming met de fysieke volgorde van de kabelverbindingen. Dit komt mogelijk
doordat de controller eerder was aangesloten op behuizingen in een andere configuratie en deze
probeert de vroegere behuizings-ID's te behouden. Teneinde deze toestand te corrigeren, moet u controleren
of beide controllers ingeschakeld zijn en opnieuw een scan uitvoeren met de SMC of de CLI. Hierdoor
wordt de volgorde van behuizingen gewijzigd. Het kan maximaal twee minuten duren voordat de
behuizings-ID's worden gecorrigeerd.
Typ de volgende opdracht om een nieuwe scan uit te voeren met de CLI:
opnieuw scannen
Opnieuw scannen met de SMC:
1. Controleer of beide controllers normaal werken.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Wijs het tabblad Systeem aan en selecteer Schijfkanalen opnieuw scannen.
• Selecteer in het onderwerp Systeem de opties Actie > Schijfkanalen opnieuw scannen.
3. Klik op Opnieuw scannen.
50
Problemen oplossen