1
3
1
Veilig rijden
◆ Metalen of plastic onderdelen van de scooter kunnen na
blootstelling aan zonlicht een zeer hoge temperatuur bereiken;
raak deze onderdelen niet aan om brandwonden te voorkomen.
◆ Vermijd scherpe bochten of rijden met één hand.
◆ Houd u aan alle verkeersregels.
◆ Roken is verboden tijdens het bijvullen van brandstof.
◆ Schakel de motor uit wanneer u brandstof bijvult.
◆ Bij het op- en afstappen dient de bijrijder extra voorzichtig te
zijn om te voorkomen dat hij/zij zich verbrandt aan de hete uitlaat
◆ De bestuurbaarheid kan variëren bij meer of minder belasting.
◆ Tijdens het rijden moet de bestuurder beide voeten op de
pedalen plaatsen; de passagier moet zijn armen om het middel
van de bestuurder slaan en beide voeten op de achterste
pedalen plaatsen.
◆ Voorkom overbelasting bij het vervoeren van voorwerpen.
Zorg ervoor dat deze goed vastzitten. Extra voorzichtigheid is
geboden.
◆ De werking van de functies is gerelateerd aan de structuur
van het voertuig; willekeurige modificaties kunnen de
bedienbaarheid van het voertuig verslechteren, waardoor de
levensduur wordt verkort en de veiligheid van de bestuurder
wordt belemmerd.
◆ Willekeurige aanpassing van een voertuig is een wettelijk
verboden handeling.
◆ Aanpassing van het voertuig kan leiden tot het vervallen van
de garantie.
2