4
3
Beheerfuncties
Stuurslot
Schakel het stuurslot in om diefstal te voorkomen.
Vergrendelen:
Draai in uitgeschakelde toestand de stuurstang volledig naar links,
houd de knop "KEYLESS" 2 seconden lang ingedrukt, een lang
geluidssignaal geeft aan dat de vergrendeling gelukt is.
Ontgrendelen:
Houdt de hoofdschakelaar ingedrukt, het systeem maakt 2 korte
pieptonen. Dit ontgrendelt het voertuig.
LET OP
•
Het systeem geeft 4 korte piepjes bij een mislukte vergrendeling.
Controleer of de stuurstang volledig naar links is gedraaid en
probeer opnieuw.
•
Het systeem laat 4 korte piepjes horen als het ontgrendelen
niet lukt. Controleer of de stuurstang volledig naar links is
gedraaid en probeer opnieuw.
•
Als de contactloze sleutel niet werkt, moet de korte
afstandsmethode worden gebruikt.
•
Bij het vergrendelen en parkeren van het voertuig moeten de
vlakheid en de veiligheid van de parkeerplek worden
beoordeeld en moet de handrem worden ingeschakeld.
•
Controleer na het vergrendelen van het stuur of dit goed gelukt
is voordat u het voertuig verlaat.
•
Parkeer uw scooter niet op plaatsen waar de verkeersveiligheid
kan worden belemmerd.
•
De opbergpositie van de contactloze sleutel kan het KEYLESS-
systeem beïnvloeden (bijv. in de achterzak of een rugzak).
KEYLESS schakelaar
22
3