1. Veilig rijden
Lees de handleiding en voorzorgsmaatregelen goed door
◆ Bestuurder moet een helm, handschoenen, bril, etc. dragen.
◆ Draag geen kleding die het veilig rijden kan belemmeren.
◆ Losse mouwen kunnen verstrikt raken in de remhendel en
zijn buitengewoon gevaarlijk.
◆ Bediening van de remhendel mag in geen geval worden
belemmerd.
◆ Dagelijkse en periodieke controles zijn noodzakelijk.
◆ Controleer de banden visueel op vreemde voorwerpen of
ongebruikelijke schade.
◆ Uitlaatgas bevat koolmonoxide, wat schadelijk is voor het
menselijk lichaam.
◆ Start de motor alleen op een goed geventileerde plaats.
◆ Maak de kinriem van de helm vast.
◆ Houd het stuur met beide handen vast tijdens het rijden. Rijd
niet met één hand, dit is extreem gevaarlijk.
◆ Het dragen van platte schoenen is veiliger.
◆ De uitlaat is zeer heet direct na het stoppen van de motor,
raak deze niet aan.
◆ Vermijd droge grassen of ontvlambare stoffen bij het
parkeren van de scooter, ter voorkoming van brand.
◆ De uitlaat is zeer heet direct na het stoppen van de motor;
parkeer het voertuig met de uitlaat richting een muur of een plek
zonder voetgangers om verbranding te voorkomen.
1
1
Veilig rijden