•
Wanneer de stroom van de hoofdschakelaar wordt geactiveerd of
de snelheid van het voertuig hoger is dan 10 km/u, voert het ABS-
systeem een zelfdiagnose uit. Tijdens deze zelfdiagnose kan een
trilling voelbaar zijn op de remhendel als u deze zachtjes aantrekt,
wat een normaal verschijnsel is.
•
Het wordt daarom aangeraden om op te letten als u remt in
omstandigheden met minder grip bij lage snelheid (bijvoorbeeld
remmen op vloertegels in de garage nadat u op een nat wegdek
hebt gereden).
Als u uit nood moet remmen in reactie op een bijzondere
wegconditie, helpt het ABS-systeem te voorkomen dat het wiel
blokkeert als gevolg van de plotselinge remactie, waardoor de
bestuurder het voertuig soepel kan blijven besturen. Een ABS-
systeem regelt automatisch de remkracht om te voorkomen dat de
band slipt. Een ABS-systeem verkort de remweg niet in de
volgende omstandigheden: bij het rijden op een zacht en ongelijk
wegdek of een dalende helling is de remweg zelfs langer dan bij
een voertuig zonder ABS. Daarom presteren modellen met ABS
optimaal op vlakke wegen. Een ABS-systeem bestaat uit een ABS
ECU en sensoren voor de voor- en achterbandsnelheid. Het
gebruik van banden die niet voldoen aan de juiste specificaties kan
de detectie van de snelheidssensoren beïnvloeden en resulteren
in abnormale werking van het ABS-systeem.
•
Als u banden gebruikt die niet voldoen aan de originele
specificaties, kan dit leiden tot een storing in het ABS-
systeem of zelfs tot een ongeluk als gevolg van een onjuiste
activering van het ABS-systeem. U dient daarom banden te
gebruiken die voldoen aan de specificaties van KYMCO.
•
Wanneer ABS wordt geactiveerd, kunt u een lichte trilling
voelen op de remhendels. Dit is normaal.
•
Wanneer de voertuigsnelheid lager is dan 10 km/u, wordt het
ABS-systeem niet geactiveerd.
•
ABS werkt niet als er geen vermogen is of het systeem niet
goed functioneert. De ABS-indicator licht in dat geval op.
15
Beheerfuncties
WAARSCHUWING
4