Inhoudsopgave
Advertenties
LIGNE ALIMENTATION GAZ
• La rampe peut être montée à droite ou à gau-
che selon les cas.
• Les électrovannes 8)-9)(A) du gaz doivent être
le plus près possible du brûleur de façon à
assurer l'arrivée du gaz à la tête de combus-
tion en un temps de sécurité de 3 s.
• Contrôler que la plage de réglage du
régulateur de pression (couleur du ressort)
recouvre la pression nécessaire au brûleur.
RAMPE GAZ (A)
Elle est homologuée suivant la norme EN 676 et
elle est fournie séparément du brûleur avec le
code indiqué dans le tableau (B).
LEGENDE (A)
1 - Canalisation d'arrivée du gaz
2 - Vanne manuelle
3 - Joint anti-vibrations
4 - Manomètre avec robinet à bouton poussoir
5 - Filtre
6 - Régulateur de pression
7 - Pressostat gaz de seuil minimum
8 - Electrovanne de sécurité
9 - Electrovanne de régulation VR (verticale)
Deux réglages:
• débit d'allumage
• débit maximum
10 - Joint fournis avec le brûleur
11 - Papillon réglage gaz (DN80)
12 - Brûleur
13 - Dispositif de contrôle d'étanchéité vannes
8)-9).
Selon la norme EN 676, le contrôle d'étan-
chéité est obligatoire pour les brûleurs
ayant une puissance maximale supérieure
à 1200 kW.
14 - Adaptateur rampe-brûleur.
P1 - Pression à la tête de combustion
P2 - Pression en aval du régulateur
P3 - Pression en amont du filtre
L1 - La rampe gaz est fournie à part avec le
code indiqué dans le tab. (B)
L1 - A charge de l'installateur
LEGENDE TABLEAU (B)
C.T. = Dispositif de contrìle d'étanchéité vannes
8)-9):
- = Rampe sans dispositif de contrôle
d'étanchéité; dispositif qui peut être
commandé à part et monté par la
suite, voir colonne 13.
♦= Rampe avec dispositif de contrôle
d'étanchéité VPS monté.
13 = Dispositif VPS de contrôle d'étanchéité de
la vanne.
Fourni sur demande séparément de la
rampe gaz.
14 = Adaptateur rampe-brûleur.
Fourni sur demande séparément de la
rampe gaz.
Note
Pour le réglage de la rampe gaz voir les instruc-
tions qui l'accompagnent.
(vertical)
VS (verticale)
(ouverture rapide)
(ouverture lente)
17
GASLEIDING
• De gasstraat kan zich zowel rechts als links
bevinden, afhankelijk van wat het gemakke-
lijkst is.
• De elektromagnetische gasafsluiters 8)-9)(A)
moeten zich zo dicht mogelijk bij de brander
bevinden, opdat het gas de branderkop kan
bereiken binnen de veiligheidstijd van 3 sec.
• Controleer of de druk, nodig voor de brander,
binnen het afstellingsbereik van de drukrege-
laar (kleur van de veer) ligt.
GASSTRAAT (A)
De gasstraat is gekeurd conform de norm EN
676 en wordt afzonderlijk geleverd met de code
aangegeven in tab. (B).
LEGENDE (B)
1 - Gastoevoerleiding
2 - Hoofdkraan
3 - Antitril-koppeling
4 - Manometer met drukknopkraan
5 - Filter
6 - Drukregelaar
7 - Min. gasdrukschakelaar
8 - Elektromagn. veiligheidsafsluiter VS (verticaal)
9 - Elektromagnetische regelklep VR (verticaal)
Twee regelingen:
• debiet bij ontsteking
• max. debiet
10 - Flensdichting geleverd met brander
11 - Smoorklep gasregeling (DN80)
12 - Brander
13 - Gasdichtheidscontroleapparaat 8)-9).
Conform de norm EN 676 is de dichtheids-
controle verplicht voor branders met een
max. vermogen boven 1200 kW.
14 - Adaptor gasstraat-brander.
P1 - Druk bij de verbrandingskop
P2 - Druk na de regelaar
P3 - Druk voor de filter
L1 - Gasstraat afzonderlijk geleverd met code
aangegeven in tab. (B)
L1 - Ten laste van de installateur
LEGENDE TABEL (B)
C.T. = Dichtheidscontrole gaskleppen 8) - 9):
- = Gasstraat geleverd zonder dichtheids-
controle. De dichtheidscontrole kan
afzonderlijk
besteld
gemonteerd worden; zie kolom 13.
♦= Gasstraat met gemonteerde VPS
dichtheidscontrole.
13 = VPS dichtheidscontrole klep.
Op aanvraag apart met de gasstraat gele-
verd.
14 = Adaptor gasstraat-brander.
Op aanvraag apart met de gasstraat gele-
verd.
Noot
Zie handleiding gasstraat voor de afstelling.
(verticaal)
(snelle opening)
(trage opening)
en
achteraf
Advertenties
Inhoudsopgave
