Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vervangen Ontvanger; Eindcontrole; Gasdichtheid; Gasdruk/Voordruk - Dru GLOBAL 70XT CF Installatie- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

INSTALLATIEHANDLEIDING
Ga als volgt te werk:
• Plaats zonodig de batterijen in de batterijhouder van de
ontvanger; zie paragraaf 7.1.1.
• Plaats zonodig de 9V blok-batterij in de afstandsbediening;
zie Gebruikershandleiding, paragraaf 4.2.6.
• Neem de ontvanger uit de bak onder de brander; zie
zonodig paragraaf 7.3.
• Druk de reset-knop op de ontvanger in totdat u achter-
eenvolgens twee geluidssignalen hoort (zie Afb. 12).
• Laat na het tweede, langere signaal de reset-knop los.
• Druk binnen 20 seconden op knop
knop
(grote vlam) op de afstandsbediening totdat u een
extra lang geluidssignaal hoort: dit is de bevestiging van de
goede communicatie.

7.3 Vervangen ontvanger

De ontvanger kan als volgt vervangen worden:
• Verwijder de ruit (zie paragraaf 6.8).
• Bewaar de ruit op een veilige plaats.
• Verwijder de vermiculietbak achterin de verbrandings-
kamer (zie Afb. 4a).
• Draai de inbusbout aan weerszijden van de verbrandings-
kamer los met de meegeleverde inbussleutel (zie Afb. 4b).
• Pak de verbrandingskamer aan de zijkanten vast en neem
deze uit (zie Afb. 4c).
• Neem de bodemstrip eruit (zie Afb. 4a).
• Draai de parkers van de branderplaat los; zie Afb. 4d.
• Til de branderplaat met toebehoren op en neem de ont-
vanger uit de bak; zie Afb. 4e.
• Vervang de ontvanger en sluit deze aan weer aan (zie
paragraaf 7.1).
• Stel de communicatiecode in (zie paragraaf 7.2).
• Plaats de onderdelen terug in de omgekeerde volgorde
van de stappen zoals hierboven zijn beschreven.
!Let op
- Sluit de aansluitstomp goed aan op de
trekonderbreker bij het terugplaatsen van
de verbrandingskamer; zie Afb. 4f;
- Schuif de bodemstrip bij het terugplaat-
sen links en rechts in de u-vormige
uitsparingen; zie Afb. 4g.

8. Eindcontrole

Ter controle van de goede en veilige werking van het toe-
stel dient u de onderstaande controles uit te voeren vóór
ingebruikname.

8.1 Gasdichtheid

Let op
Alle aansluitingen dienen gasdicht te zijn.
!Let op
Het gasregelblok mag aan een druk van
maximaal 50 mbar blootgesteld worden.
• Controleer de aansluitingen op gasdichtheid.

8.2 Gasdruk/voordruk

De branderdruk is fabrieksmatig afgesteld; zie typeplaatje.
Controle van de branderdruk is niet nodig.
Het gasregelblok bevindt zich in de bak onder de brander.
(kleine vlam) of
Volg de onderstaande stappen om de voordruk te controle-
ren:
• Verwijder de ruit; zie paragraaf 6.8.
• Bewaar de ruit op een veilige plaats.
• Verwijder de vermiculietbak achterin de verbrandings-
kamer (zie Afb. 4a).
• Draai de inbusbout aan weerszijden van de verbrandings-
kamer los met de meegeleverde inbussleutel (zie Afb. 4b).
• Pak de verbrandingskamer aan de zijkanten vast en neem
deze uit (zie Afb. 4c).
• Neem de bodemstrip eruit (zie Afb. 4a).
• Draai de parkers van de branderplaat los; zie Afb. 4d.
• Til de branderplaat met toebehoren op; zie Afb. 4e.
• Controleer de voordruk; zie Afb. 13 voor de meetnippel
op het gasregelblok.
• Neem contact op met het energiebedrijf als de voordruk
niet klopt.
• Plaats de onderdelen terug in de omgekeerde volgorde
van de stappen zoals hierboven zijn beschreven.
!Let op
8.3
Zie voor het aansteken van de waakvlambrander en de
hoofdbrander de Gebruikershandleiding, hoofdstuk 4,
paragraaf 4.2, Afstandsbediening.
8.3.1
• Controleer de ontsteking van de waakvlam:
- de waakvlambrander dient bij de eerste poging te starten.
Als de waakvlam niet brandt, dan
• Controleer of de ontsteking vonkt:
a) Zo nee, controleer of de ontstekingskabel goed is aan-
8
Let op
De voordruk in huisinstallaties dient
gecontroleerd te worden omdat deze kan
variëren.
- Sluit de aansluitstomp goed aan op de
trekonderbreker bij het terugplaatsen van
de verbrandingskamer; zie Afb. 4f;
- Schuif de bodemstrip bij het terugplaat-
sen links en rechts in de u-vormige
uitsparingen; zie Afb. 4g.
Ontsteking waakvlam- en hoofdbrander
Let op
- Wacht altijd 5 min. na het doven van de
waakvlam voordat u het toestel opnieuw
ontsteekt;
- De waakvlam mag niet lager ingesteld
worden met behulp van de instelmogelijk-
heid op het gasregelblok.
Waakvlam
gesloten tussen ontvanger en waakvlam; zie paragraaf 7.1
voor de bereikbaarheid.

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave