7.5 Meetwaarden laden en wissen
De resultaten van elke succesvolle meting worden samen
met de datum en de tijd opgeslagen. Bij meer dan 60 meet-
gegevens wordt telkens de oudste meting overschreven.
• Selecteer met de geheugentoets M1 of M2 het gewenste
gebruikersgeheugen (
keld is.
• Als u de meetgegevens voor gebruikersgeheugen
bekijken, drukt u op de geheugentoets M1.
• Als u de meetgegevens voor gebruikersgeheugen
bekijken, drukt u op de geheugentoets M2.
Op het display knippert A A .
De gemiddelde waarde van alle in dit ge-
bruikersgeheugen opgeslagen meetwaarden
wordt weergegeven.
Als Bluetooth
is geactiveerd (het symbool
®
op het display), probeert de bloeddrukmeter verbinding
met de app te maken. Als u ondertussen op de M1-
toets drukt, wordt de overdracht afgebroken en worden
de gemiddelde waarden weergegeven. Als u op de M2-
toets drukt, wordt de overdracht afgebroken en worden
de meetwaarden van gebruikersgeheugen
geven. Het symbool
Zodra er een verbinding tot stand is gebracht en de
gegevens worden overgedragen, zijn de toetsen niet
meer actief.
) als het apparaat uitgescha-
knippert
weerge-
wordt niet meer weergegeven.
• Druk op de betreffende geheugentoets (M1 of M2).
Op het display knippert AM AM.
De gemiddelde waarde van de ochtendmetin-
gen van de laatste 7 dagen wordt weergege-
ven (ochtend: 05.00 uur – 09.00 uur).
• Druk op de betreffende geheugentoets (M1 of M2).
Op het display knippert PM PM.
wilt
De gemiddelde waarde van de avondmetingen
van de laatste 7 dagen wordt weergegeven
(avond: 18.00 uur – 20.00 uur).
wilt
• Als u opnieuw op de betreffende geheugen-
toets (M1 of M2) drukt, wordt op het display
de laatste afzonderlijke meting weergegeven
(in dit voorbeeld meting 03).
• Als u nogmaals op de betreffende geheugentoets (M1
of M2) drukt, kunt u alle eerdere afzonderlijke metingen
bekijken.
• Druk op de START/STOP-toets
uit te schakelen.
U kunt het menu op elk moment verlaten door op de
START/STOP-toets
13
om het apparaat weer
te drukken.