2.1.6 Bevestig de veiligheidsriem en regel de achteruitkijkspiegel(s)
De veiligheidsriem moet vervangen worden na een ongeval of als het beschadigd is.
• De zitplaats en de bevestiging ervan moeten na een ongeval door uw dealer gecontroleerd
worden.
• Indien de stoel en/of de bevestiging ervan beschadigd zijn, dient u deze onmiddellijk te
vervangen.
• Regel de achteruitkijkspiegel(s) zodanig dat u rond de machine een perfecte zichtbaarheid
hebt.
2.2 Voorzorgen tijdens het rijden
2.2.1 Gevarenzone van de machine
De bediener moet de bedieningen van de machine hanteren vanuit de bestuurdersplaats.
Elk gebruik van de bedieningen van de machine vanaf de grond is ten strengste verbo-
den, want dit kan leiden tot fysieke verwondingen.
Alleen vanuit de bestuurdersstoel mag u de motor starten en de machine laten werken.
Als een persoon zich in de gevarenzone van de machine bevindt, loopt hij of zij het risico
geraakt te worden door de beweegbare onderdelen van de machine of geklemd te raken
tussen de onderste of bovenste delen van de machine, wat tot ernstige verwondingen of
• De bestuurdersstoel is uitgerust met een
veiligheidsriem.
• Maak uw veiligheidsriem altijd vast en stel hem af
voordat u de machine start.
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
• Er dient een tweede persoon op de grond aanwezig
te zijn om aanwijzingen te geven, als de werkplaats
gevaarlijk is of de zichtbaarheid er slecht is.
• Houd iedereen op afstand van de werkplaats of de
bewegingsslag van de machine.
• Houd elke andere persoon buiten de gevarenzone,
namelijk de actieradius van de uitrusting.
Werkbereik van de uitrusting = 7,5m
• Waarschuw mensen in de nabijheid door middel
van een claxon of een signaal vóór de start van de
machine.
GEVAAR
zelfs de dood kan leiden.
www.duma-rent.com
2 Gebruiksvoorzorgen
73