5.2.1 Aanzetschakelaar
De machine is uitgevoerd met een elektrisch veiligheidssysteem. Als de vergrendelingshen-
dels niet in de veiligheidsstand staan, kan de motor niet gestart worden.
• Gebruik dit bedieningsorgaan voor het starten en uitzetten van de motor.
Stand "OFF" = uit
Stand "ON" = aan
Stand "START" = starten
5.2.2 Koplampschakelaar
5 Beschrijving van de bestuurdersplaats
BELANGRIJK
1= OFF
2= ON
3= START
Draai de sleutel in de stand "OFF" om de motor uit te
zetten en de elektriciteitskring te onderbreken.
Draai de sleutel in de stand "ON" om de voedings- en
laadkring te openen. Houd de sleutel in deze stand tij-
dens het werken van de motor.
Draai de sleutel in de stand "START" om de motor te
starten. Laat de sleutel na het starten van de motor los;
deze keert vanzelf terug naar de stand "ON".
WAARSCHUWING
Om de startmotor en accu te beschermen :
• Houd de startsleutel niet langer dan 10 secon-
den in de START-positie
• Zet, als de motor niet start, de startsleutel op
OFF en wacht 30 seconden alvorens opnieuw te
proberen de motor te starten.
• ON : De koplampen gaan branden.
• OFF : De koplampen gaan uit.
BELANGRIJK
Laat de koplampen niet branden als de motor niet
draait. De accu raakt dan leeg en de motor kan dan
niet meer gestart worden.
www.duma-rent.com
21