6 Onderhoud door de bestuurder
6.2 Onderhoud om de 50 uur
6.2.1 Smering van de rondsel en het kroonwiel
• Laat de bovenstructuur langzaam draaien tot ze een volledige omwenteling gemaakt heeft.
Laat de bovenstructuur niet draaien tijdens de smering. Smeer eerst en laat de structuur
vervolgens draaien. Zo voorkomt u verwondingen.
6.3 Onderhoud om de 15 juur
6.3.1 Controle van het airconditioning-/verwarmingssysteem
1. Schakel de airconditioning in
6 Werking van de airconditioning , pagina 41
2. Ga na in welke mate de aanzuigfilters van de airconditioning/verwarming verontreinigd
zijn. Neem indien nodig contact op met uw dealer om ze te vervangen.
3. Controleer de werking (ventilatie en snelheden) van de verwarmingsverdamper en de ven-
tilatie op de condensor.
4. Controleer de mate waarin de condensor verontreinigd is. Als hij te sterk verontreinigd is,
gaan de prestaties van de airconditioning erop achteruit. Reinig hem dan met lucht of water
onder druk. Zorg ervoor dat u de ribben van de condensor niet beschadigt.
Leg niets in het vak van de condensor. Dat zou de doorgang van de lucht in deze warm-
tewisselaar hinderen en er de prestaties van de airconditioning doen op achteruitgaan.
Het zou het koelsysteem (met name de compressor) zelfs kunnen beschadigen.
5. Wanneer het airconditioning-/verwarmingssysteem slecht functioneert, moet u contact op-
nemen met uw dealer.
156
• Smeer met behulp van een smeerpomp de rondsel
en het kroonwiel via de smeernippels die in de afbeel-
ding hiernaast met pijlen aangeduid worden.
a = Kroonwiel
b = Rondsel
WAARSCHUWING
BELANGRIJK
www.duma-rent.com