HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST
6.5
OLIERESTEN IN DE PROPAANREGELAAR
AFTAPPEN (VÓÓR S/N 0300137808)
Tijdens normaalbedrijf kunnen er olieresten achterblijven in
de primaire en secondaire kamers van de propaandrukrege-
laar. Deze olieresten kunnen het gevolg zijn van een slechte
kwaliteit brandstof, verontreiniging in de brandstoftoevoerlei-
ding of regionale afwijkingen in de samenstelling van de
brandstof. Als de hoeveelheid achtergebleven olie aanzien-
lijk is, kan hierdoor de werking van het brandstofregelsy-
steem worden aangetast. Zie Hoofdstuk 6.3, ONDERHOUD
DOOR MACHINIST voor de onderhoudsintervallen. Vaker
aftappen kan noodzakelijk zijn als de brandstoftoevoer ver-
ontreinigd is.
OPMERKING
WICHTIG
WARM VOOR HET BESTE RESULTAAT DE MOTOR OP TOT BEDRIJFS-
TEMPERATUUR EN GA DAN PAS AFTAPPEN. OP DEZE WIJZE KAN DE
OLIE VRIJ UIT DE REGELAAR STROMEN.
1. Plaats de uitrusting in een goed geventileerde ruimte.
Zorg ervoor dat er geen externe ontstekingsbronnen
aanwezig zijn.
2. Start de motor en breng deze op bedrijfstemperatuur.
6-40
3. Sluit bij draaiende motor de handbediende afsluiter van
de tank en laat de motor het brandstofrestant opmaken.
4. Druk op de noodstopschakelaar wanneer de motor is
afgeslagen.
5. Maak de elektrische aansluiting aan de LPG-brandstof-
temperatuursensor in de extra brandstofpoort van de
EPR los.
– JLG Hoogwerker –
3122361