11.4.5
Controle van de riemspanning
• In de afschermkap over de aandrijving is een zwarte ronde dop
aangebracht. Trek deze uit het gat.
• Door de opening is de V-riem duidelijk te zien. Als men met de
duim de riem omlaag drukt (uitgeoefende kracht is ongeveer
7,5kg) mag deze zich maar over 1 cm verplaatsen. Is dit het geval dan is de spanning voldoen-
de.
• Na controle van de riemspanning wordt de rubberdop terug in de opening geplaatst.
• Als vastgesteld wordt dat de riem te slap of te strak gespannen is dan moet deze geregeld
worden. Een te slap gespannen aandrijfriem zal tegen de afschermkap klapperen.
• Een nieuwe riem zal in de inloopperiode nog wat uitzetten, vandaar dat het aangewezen is de
riem na een 10-tal uur bij te spannen (zie § 11.5.5 Riemspanning regelen).
40
Waarschuwing:
Controleer enkel de riemspanning als de motor uitgeschakeld is. De bougiekap
wordt losgekoppeld.