6.
Onderhoud
Bij de onderhoudswerkzaamheden moeten de
veiligheidsaanwijzingen van deze gebruiks-
handleiding (zie hoofdstuk 3) en de gebruiks-
handleidingen van de motor- en accufabri-
kanten in acht worden genomen en worden
nageleefd.
GEVAAR:
Gevaar voor letsel! De voegensnijder
moet bij de reiniging en bij onder-
houds-/reparatiewerkzaamheden
worden uitgeschakeld en tegen onver-
wacht opnieuw inschakelen en wegrol-
len worden geborgd.
Aanwijzing:
Zorg voor een werkplek met zo weinig
mogelijk stof en een goede uitrusting
voor de reinigings-, onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden.
• Zet de voegensnijder op een horizontale, sta-
biele ondergrond zodat u voldoende plaats
hebt voor de reiniging, het onderhoud en de
reparatie van de CF•2116 D).
• Reinig de voegensnijder telkens voor een
onderhoudsbeurt of reparatie.
• Overeenkomstig de voorgegeven cycli (zie
tabel 6.5, "Onderhoudsintervallen") dienen
de in paragraaf 6.6 opgesomde onderhouds-
werkzaamheden uitgevoerd te worden.
Hierbij dienen ook de niet onder de onder-
houdsintervallen vallende slijtageonderdelen
gecontroleerd te worden op slijtage en evt.
vervangen of ingesteld te worden.
Aanwijzing:
Houd de onderhouds- en inspectie-
intervallen (zie paragraaf 6.5) nauw-
keurig aan en laat de werkzaamheden
indien mogelijk door vakpersoneel,
vakwerkplaatsen of bij CEDIMA
voeren.
Zo verlengt u de levensduur van uw
CF•2116 D.
Pagina 42
• CEDIMA® • Technische documentatie • Alle rechten volgens ISO 16016 • Onder voorbehoud van wijzigingen omwille van de technische vooruitgang •
6.1
6.1.1
LET OP:
Geen agressieve reinigingsmiddelen
gebruiken.
Agressieve reinigingsvloeistoffen (bv. oplosmid-
delen) alsook het reinigen met vloeistoffen, die
een temperatuur van 30 °C overschrijden, zijn niet
toegelaten!
LET OP:
Geen hogedruk-, stoomreinigers
gebruiken.
In de verbrandingsmotor, luchtfilter, elektrische
bouwdelen (bv. elektromotoren, elektronica,
schakelaars, stekkerverbindingen enz.) alsook
lagers mag om veiligheids- en werkingsredenen
geen water, reinigingsmiddel of damp indringen,
daarom mogen voor het reinigen geen hogedruk-,
stoomreinigers gebruikt worden!
6.1.2
• Verwijder met een licht vochtige doek stof en
vuil.
• Gebruik alleen niet-pluizende reinigingsdoe-
ken.
• Verwijder hardnekkige afzettingen indien
nodig met een borstel.
• Blaas (ventilatie-) beschermingsroosters en
koelribben door met perslucht. Zo zorgt u
voor een storingsvrije circulatie van de koel-
lucht.
6.1.3
• Bescherm voor met nat te reinigen alle stek-
kerverbindingen met een betreffende afdek-
kap tegen het indringen van vochtigheid.
Dek of kleef (met betreffende isolatietape)
uit-
®
alle risico lopende openingen van behuizing,
stekkeraansluitingen af of toe.
• Verwijder met een "zachte" waterstraal en
een (niet te harde) borstel vuil en voorwer-
pen.
• Wees op kritische plaatsen (bijv. schakelaars,
motor, luchtfilters ...) extra voorzichtig.
Voegensnijder CF•2116 D
Reinigen
Reinigingsmiddelen
Aanwijzingen i.v.m. droogreinigen
Aanwijzingen i.v.m. natreinigen
Hoofdstuk 6 - Onderhoud