3.3
Organisatorische maatregelen
• De gebruikshandleiding moet permanent op
de plek van gebruik van de machine klaar lig-
gen en toegankelijk zijn voor het personeel
dat de machine bedient.
• Naast de gebruikshandleiding moeten
algemeen geldende wettelijke en andere
verplichte regelingen inzake voorkoming van
ongevallen en inzake milieu worden aange-
houden. Zulke verplichtingen kunnen bv. ook
de omgang met gevaarlijke stoffen of het
ter beschikking stellen/dragen van bescher-
mingsuitrusting of verkeersregels betreffen.
• Deze gebruikshandleiding dient aangevuld
te worden met aanwijzingen, inclusief toe-
zicht- en meldingsplichten met betrekking
tot operationele bijzonderheden, bv. betref-
fende arbeidsorganisatie, arbeidsverloop,
ingezet personeel.
• Het met het behandelen van de machine
opgedragen personeel dient voor het begin
van de arbeid de gebruikshandleiding, en in
het bijzonder het hoofdstuk gevarenaanwij-
zingen, gelezen te hebben. Dit geldt in het
bijzonder ook voor het personeel dat slechts
sporadisch (bv. bij klaarmaken, onderhoud)
aan de machine werkt.
• Het veiligheids- en gevarenbewust werken,
met naleving van de gebruikshandleiding
door het personeel, dient op zijn minst af en
toe gecontroleerd te worden.
• Het personeel mag geen loshangende haren,
loszittende kleding of sieraden inclusief rin-
gen dragen. Er bestaat letselgevaar (bv. door
blijven hangen of intrekken).
• In zover vereist of door voorschriften ver-
plicht, dient persoonlijke beschermuitrus-
ting gebruikt te worden (bv. veiligheidsbril,
gehoorbescherming, veiligheidsschoenen,
gepaste beschermkleding). Overeenkom-
stig de respectievelijke inzetbepalingen van
de machine kan het dragen van extra per-
soonlijke beschermuitrusting vereist zijn. De
voorschriften ter voorkoming van ongevallen
dienen nageleefd te worden.
Pagina 12
• CEDIMA® • Technische documentatie • Alle rechten volgens ISO 16016 • Onder voorbehoud van wijzigingen omwille van de technische vooruitgang •
Hoofdstuk 3 - Fundamentele veiligheidsinstructies
Voegensnijder CF•2116 D
• Alle veiligheids- en gevarenaanwijzingen aan,
in en op de machine naleven en in volledig
leesbare toestand houden.
• Bij veiligheidsrelevante wijzigingen van de
machine of het werkingsgedrag de machine
direct stilzetten en de storing melden op de
verantwoordelijke plaats / bij de verantwoor-
delijke persoon.
• Veiligheidsinstallaties aan, in of op de machi-
ne mogen niet verwijderd of buiten werking
worden gezet.
• Wijzigingen, aan- en ombouwingen aan de
machine die de veiligheid kunnen beïnvloe-
den, zijn zonder toestemming van de leve-
rancier/fabrikant niet toegestaan. Dit geldt
ook voor het monteren en het instellen van
veiligheidsinstallaties alsook voor het lassen
en boren aan dragende onderdelen.
• Defecte of beschadigde onderdelen van de
machine direct vervangen. Gebruik alleen
originele reserveonderdelen.
• Reserveonderdelen en gereedschap moeten
voldoen aan de technische vereisten die door
de fabrikant/leverancier zijn vastgelegd. Dit
is bij originele vervangingsonderdelen altijd
gegarandeerd.
• De wettelijk voorgeschreven of in deze ge-
bruikshandleiding aangegeven termijn voor
controle- en inspectiecycli van de machine
moeten worden gerespecteerd.
• Hydraulische slangleidingen moeten om de
opgegeven tijd worden vervangen, ook wan-
neer er geen veiligheidsrelevante gebreken
lijken te zijn.
• Voor de uitvoering van servicemaatregelen is
een voor deze werkzaamheden gepaste ruim-
te (toegankelijkheid rondom de machine),
een gepaste werkplaatsuitrusting en overeen-
komstig vakpersoneel absoluut noodzakelijk.
• Mogelijkheden voor het melden en bestrijden
van brand moeten in acht worden genomen,
plaats en bediening van het blusapparaat
moeten duidelijk aangegeven zijn.