Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 3 - Fundamentele veiligheidsinstructies
Voegensnijder CF•2116 D
3.4
Personeelskeuze
• Werkzaamheden aan en met de machine
mogen enkel uitgevoerd worden door be-
trouwbaar en daarvoor vakkundig personeel.
De wettelijke minimumleeftijd moet in acht
worden genomen.
• Alleen geschoold of geïnstrueerd personeel
inzetten. De bevoegdheid van het personeel
voor het bedienen, monteren, onderhouden
en repareren duidelijk vastleggen.
• Zorg ervoor dat alleen het geautoriseerde
personeel aan de machine werkt.
• Verantwoordelijkheden van de machinebe-
stuurder ook met betrekking tot de verkeers-
regels vastleggen en deze het deze persoon
mogelijk maken om instructies van derden
die de veiligheid kunnen schaden niet op te
volgen.
• Personeel dat in opleiding is, in instructie is,
of zich in het kader van een algemene vor-
ming bevindt, enkel aan de machine laten
werken onder toezicht van een ervaren per-
soon.
• Werkzaamheden aan de elektrische inrichtin-
gen en uitrustingen mogen enkel door een
elektrovakman of door opgeleid personeel
onder leiding en toezicht van een elektrovak-
man, volgens de elektrotechnische regels,
uitgevoerd worden.
• Aan hydraulische inrichtingen mag alleen
specialistisch personeel werken dat voldoen-
de ervaring met hydraulische systemen heeft.
3.5
Veiligheidsaanwijzingen bij bepaalde
bedrijfsfasen
• Maak u voor het begin van de werkzaamhe-
den vertrouwd met de arbeidsomgeving. Tot
de arbeidsomgeving behoren bv. de hinder-
nissen in het arbeids- en verkeersbereik, de
draagkracht van de ondergrond en de nood-
zakelijke afsluitingen van de bouwplaats voor
het openbaar verkeer en mogelijkheden tot
hulp bij ongevallen.
• Machine op effen, vaste en stabiele ondergrond
opstellen. De stabiliteit dient gewaarborgd te
worden. De plaats van gebruik vrijmaken van
alles wat de arbeidshandelingen kan hinderen.
• CEDIMA® • Technische documentatie • Alle rechten volgens ISO 16016 • Onder voorbehoud van wijzigingen omwille van de technische vooruitgang •
• Elke manier van werken met de machine die
de veiligheid in gevaar zou kunnen brengen,
is verboden.
• Machine met verbrandingsmotor alleen met
de door de fabrikant opgegeven brandstof
gebruiken. Rekening houden met gevaar voor
brand en explosie bij het vullen van de brand-
stoftank; geen brandstof op hete machineon-
derdelen gieten.
• De door de fabrikant aangegeven bepalingen
voor de aansluiting aan stroom-, water-, en
andere voorzieningen aanhouden.
• Verzeker dat de machine alleen in veilige en
bedrijfsklare toestand wordt gebruikt. De ma-
chine mag alleen worden gebruikt wanneer
alle inrichtingen m.b.t. bescherming en veilig-
heid (bijv. beschermingsinrichtingen, nood-
stopinrichtingen, geluidsdemping) aanwezig
zijn en correct werken.
• Voor elk gebruik de machine op uiterlijk
zichtbare schade en gebreken controleren.
Opgetreden veranderingen (inclusief het
werkingsgedrag) direct melden op de ver-
antwoordelijke plaats / de verantwoordelijke
persoon.
• Bij functiestoringen of gewijzigd bedrijfsge-
drag moet de machine onmiddellijk worden
stilgezet en tegen opnieuw inbedrijf stellen
beveiligd. Storingen onmiddellijk laten ver-
helpen.
• Voor het begin van het snijden moet het vol-
gende worden gecontroleerd:
- het door de fabrikant toegelaten diamant-
zaagblad, afhankelijk van het te bewerken
materiaal, het bewerkingsproces (droge of
natte snede) en de aard van de uit te voeren
werkzaamheden
- de reglementaire toestand van het
diamantzaagblad (geen vervormingen,
beschadigingen ...)
- de door de fabrikant toegelaten diameter
van het diamantzaagblad
- de door de fabrikant toegelaten snijsnelheid
(toerental) van het diamantzaagblad (max.
aandrijftoerental van de machine)
Pagina 13
Advertenties
Inhoudsopgave
