Hoofdstuk 3 - Fundamentele veiligheidsinstructies
Voegensnijder CF•2116 D
3.9
Gas, stof, damp of rook
• Las-, brand- en slijpwerkzaamheden aan de
machine enkel uitvoeren wanneer dit uit-
drukkelijk toegestaan is (er kan bv. brand- en
explosiegevaar heersen).
• Voor het lassen, branden en slijpen de machi-
ne en haar omgeving van stof en brandbare
stoffen reinigen en voor voldoende verluch-
ting zorgen (explosiegevaar).
• Bij werkzaamheden in kleine ruimten ev. gel-
dende nationale voorschriften naleven.
• Verbrandingsmotoren alleen in voldoende
geventileerde ruimten gebruiken. De mo-
tor nooit in gesloten of kleine ruimten laten
draaien. De uitlaatgassen bevatten giftig kool-
monoxide. De uitlaatgassen uit de arbeids-
zone wegleiden en voor voldoende ventilatie
zorgen.
• Alle leidingen, slangen en schroefverbindin-
gen regelmatig op lekken controleren en
visuele defecten goed controleren. Beschadi-
gingen onmiddellijk laten repareren en indien
nodig onderdelen laten vervangen.
3.10
Geluid
• Geluidsdempingsinstallaties aan de machine
dienen gedurende de werking in beveiligings-
positie te staan.
• Voorgeschreven persoonlijke gehoorbescher-
ming dragen (arbeidsbeschermingsvoor-
schriften inzake geluid en vibratie).
3.11
Verlichting
• De machine is ontworpen voor gebruik bij
daglicht. Voor niet-verlichte arbeidszones
moet de bediener/exploitant zorgen voor vol-
doende verlichting op de plaats van gebruik.
Bij slecht zicht en duisternis moeten altijd de
zwaailichten en eventueel het licht worden
ingeschakeld.
• CEDIMA® • Technische documentatie • Alle rechten volgens ISO 16016 • Onder voorbehoud van wijzigingen omwille van de technische vooruitgang •
3.12
Omgang met bedrijfs- of smeermid-
delen
• Bij de omgang met drukvloeistoffen, smeer-
vloeistoffen, vetten of conserveringsmiddelen
(hierna bedrijfs- of smeermiddelen genoemd)
moeten de voor het betreffende product
geldende veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen.
• Langer contact van bedrijfs- en smeermid-
delen met de huid vermijden. Zorgvuldig
reinigen van de huid van klevende bedrijfs- of
smeermiddelen is noodzakelijk.
• Voorzichtig bij de omgang met drukvloeistof-
fen. Er is gevaar voor letsel door hydraulische
olie, die met hoge druk wordt uitgespoten.
Elke vorm van verandering aan de hydrauli-
sche bestanddelen en in het bijzonder aan de
leidingen is verboden.
• Voorzichtig bij de omgang met hete bedrijfs-
of smeermiddelen: er is gevaar voor brand-
wonden. In het bijzonder bij vloeistoftempe-
raturen van meer dan 60 °C moet elk contact
van de vloeistof met de huid worden verme-
den.
• In de ogen geraakt bedrijfs- of smeermiddel
vereist onmiddellijk en grondig uitspoelen
met drinkbaar water. Meteen daarna een arts
raadplegen.
• Uitgelopen bedrijfs- of smeermiddelen direct
verwijderen. Hiervoor bindmiddel gebruiken.
• Bedrijfs- of smeermiddel mag niet in de
bodem sijpelen of in de openbare riolering
terechtkomen.
• Niet meer bruikbare bedrijfs- of smeermidde-
len opvangen, op reglementaire wijze opslaan
en laten verwerken als afval.
• De telkens geldige wetten en voorschriften
voor de omgang met bedrijfs- of smeermid-
delen en voor afvalverwerking in het betref-
fende land dienen nageleefd en opgevolgd
te worden. Informeert u zich op de hiervoor
verantwoordelijke plaatsen.
Pagina 17