3. Veiligheid
Voor een verantwoord gebruik van de RX
dakventilator, maar ook voor uw eigen en
andermans veiligheid, is het van groot belang dat u
onderstaande veiligheidsvoorschriften in acht neemt.
3.1 Algemene veiligheidsvoorschriften
Neem steeds de in deze handleiding genoemde
■
veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen in acht;
Zorg ervoor dat de (nog) niet verankerde (delen
■
van de) ventilator en gereedschap niet van het dak
kunnen vallen/waaien of op een andere manier
schade of lichamelijk letsel kunnen veroorzaken;
Zorg ervoor dat bij een geheel of gedeeltelijk
■
gedemonteerde ventilator, niemand draaiende of
onder spanning staande delen aanraakt;
Laat een (gedeeltelijk) gedemonteerde ventilator,
■
welke is aangesloten op de voeding, niet
onbeheerd achter;
Zorg ervoor dat spanningvoerende delen niet nat
■
worden;
De ventilator moet dusdanig worden gemonteerd
■
dat er, aan de zijde van de ventilator die niet is
voorzien van een beschermrooster, geen gevaar
voor aanraking door personen ontstaat (zie EN-ISO
13857).
3.2 Toegepaste pictogrammen
In de handleiding kunnen de navolgende
pictogrammen voorkomen.
Punt van aandacht
6 - NL
4. Technische gegevens
Ventilatortype's
De RX is leverbaar in een 230V en een 400V/2 fasen
uitvoering. De 400V uitvoering is te herkennen aan
de toevoeging D in het typenummer. (RX110D)
In het 400V model is een trafo aanwezig die de 400V
spanning voor de besturing terugbrengt naar 230V.
De luchtprestaties en geluidgegevens zijn voor de
230V en 400V uitvoering exact gelijk. Alleen de
aansluitgegevens verschillen.
Ventilatorkarakteristieken
De ventilatorkarakteristieken (pag.7) geven de
luchtprestaties bij verschillende toerentallen. Door
het monteren van de RX op een geluiddemper GD
zullen de luchtprestaties enigszins wijzigen door de
luchtweerstand van de demper. Daarom zijn ook de
luchtprestaties van de RX met GD weergegeven.
Perszijdig geluid
Het geluidsdrukniveau in dB(A) is gemeten aan
de pers (= uitblaaszijde) van de ventilator op 4
meter afstand in horizontale richting, onder vrije
veldcondities, bij 150 Pa. Naarmate de afstand tot
de geluidsbron (= ventilator) groter wordt zal het
geluid verminderen, met dien verstande dat bij
verdubbeling van de afstand het geluid met 6 dB(A)
afneemt.
Zuigzijdig geluid
Het zuigzijdig geluidsvermogen is gemeten aan
de aanzuigzijde van de ventilator, ref. 10-12W.
Gegeven is het zuigzijdig geluidsvermogen van de
ventilator RX en het zuigzijdig geluidsvermogen
van de ventilator + demper (RX + GD). Voor meer
uitgebreide specificaties verwijzen wij u naar de
online selectietool dakventilatoren.
Besturing
De RX is leverbaar in een besturing en aansluitdoos
uitvoering. De aansluitdoos uitvoering is
te herkennen aan de toevoeging Eco in het
typenummer. (RX110Eco) De aansluitdoos uitvoering
heeft beperkte besturingsopties. De technische
gegevens zijn voor de besturing en aansluitdoos
uitvoering exact gelijk.