9.2 RX-netwerk: adresseren, instellen,
instellingen kopiëren
Indien meerdere RX'en gekoppeld zijn moet elke RX
een eigen adres hebben. [zie: Bijlagen]
1. Maak een [dak]overzicht van alle ventilatoren,
verdeel de ventilatoren in groepen van max. 31
en noteer bij elke ventilator een adres- en een
groepnummer.
2. Schakel alle ventilatoren die in dit netwerk zijn
verbonden uit met de werkschakelaar.
3. Sluit de laptop/PC aan op de eerste RX.
4. Schakel alleen deze ventilator in.
5. Geef het juiste adres aan in de Maintenance
Software.
6. Geef het juiste groepnummer aan de
Maintenance Software.
7. Noteer eventueel het adres ook in de tabel bij
§9.1.
8. Schrijf de nieuwe instellingen naar de RX.
9. Schakel deze ventilator weer uit.
10. Sluit de laptop/PC aan op de volgende RX.
11. Herhaal punt 4 t/m 10 bij elke RX van dit netwerk.
12. Schakel alle ventilatoren weer in.
13. Sluit de laptop/PC aan op een willekeurige RX.
14. Kies in de Maintenance Software de juiste groep.
15. Kies in de Maintenance Software het juiste adres.
16. Stel in het menu 'Instellingen' de RX in volgens
de tabel bij §9.1.
17. Noteer de veranderde instelling in de tabel bij
§9.1.
16 - NL
Meerdere RX'en met hetzelfde type en met
dezelfde instelling
18. Kies in het menu 'Instellingen' bij 'Bewaren/
zetten' 'Bewaren'.
19. Kies eventueel in het 'Hoofdmenu' bij 'RX-
groepnr.' de volgende groep.
20. Kies in het 'Hoofdmenu' bij 'RX-netwerk' het
volgende adres.
21. Kies in het menu 'Instellingen' bij 'Bewaren/
zetten' 'Zetten'.
22. Kies in het menu 'Instellingen' bij 'Schrijven/
reset' 'Schrijven/reset.