varieert tussen minimum en maximum binnen
de ingestelde bandbreedte.
De LTG kan ook gebruikt worden in combinatie
met de VG31. Via één LTG kunnen meerdere
ventilatoren worden aangestuurd met een
maximum van 5 RX'en. Let op: voedinsspanning
LTG, 18Vdc
Koelen of verwarmen
Er kan gekozen worden voor 'koelen' of 'verwarmen':
Bij koelen wordt de RX opgetoerd als de
■
temperatuur oploopt. Met een draaiknop op de
behuizing van de LTG wordt de temperatuur
ingesteld waarbij de RX op het minimum toerental
draait. Als de temperatuur stijgt, wordt de RX
opgetoerd. Het maximum toerental wordt bereikt
bij de ingestelde temperatuur + bandbreedte;
Bij verwarmen wordt de RX afgetoerd als de
■
temperatuur oploopt. Met de draaiknop op de
behuizing van de LTG wordt de temperatuur
ingesteld waarbij de RX op het minimum toerental
draait. Als de temperatuur daalt, wordt de RX
opgetoerd. Het maximum toerental wordt bereikt
bij de ingestelde temperatuur -bandbreedte.
De functie van koelen of verwarmen wordt
ingesteld met een aantal jumpers binnen de
behuizing. Daarnaast is binnen de LTG een jumper
opgenomen waarmee ervoor gekozen kan worden
om de ventilator bij het bereiken van de ingestelde
temperatuur uit te schakelen.
Een voorbeeld
De jumpers in de behuizing worden ingesteld op
'koelen'. Temperatuurinstelling 25°C, bandbreedte
4°C. Instelling ventilatorcapaciteit op de RX:
minimum 40%, maximum 80%. Bij 25°C draait
de ventilator op 40%, bij 25 + 4 = 29°C draait de
ventilator op de maximum capaciteit.
5.7. Hagerklok [HGR]
De RX kan worden uitgevoerd met een HGR systeem.
HGR staat voor HaGeRklok. Met de RX-HGR wordt
er automatisch geschakeld tussen de 2 setpoints.
Onder de kap van de RX-HGR is hiervoor een timer
geplaatst die standaard elektrisch is aangesloten. De
timer moet worden ingesteld volgens de Hagerklok
handleiding die zich naast de timer bevindt. De
werking is als volgt: op de ingestelde tijden geeft de
timer een signaal aan de besturing van de RX. Op
basis van dit signaal schakelt de RX-dakventilator
naar het gevraagde setpoint. De gewenste setpoints
worden ingesteld met een PC/laptop. (Zie §6)
10 - NL
6. Communicatie
Iedere RX met besturing is standaard voorzien van
een aansluiting voor een laptop/PC. Deze aansluiting
bevindt zich aan de zijkant van de besturing van
de RX. Via deze aansluiting is het mogelijk om
verschillende grootheden in te stellen en uit te lezen,
zoals:
Type ventilator en besturing;
■
Gewenste capaciteit en begrenzingen minimale en
■
maximale capaciteit;
Gewenste druk voor dag en nacht (RX ZMV);
■
Actueel toerental;
■
Actuele druk (RX ZMV);
■
Adres en groepsnummer (voor toepassing RX in
■
netwerk);
Storingen.
■
Met de R-Vent Maintenance Software kan direct
worden gecommuniceerd tussen laptop/PC en RX.
Voor aansluiting van de RX op de laptop/PC wordt
gebruik gemaakt van een interface. De instellingen
van de RX kunnen worden bewaard als bestand.
6.1 RX netwerk
Door de communicatie-aansluiting op de besturing
van meerdere RX ventilatoren onderling te
verbinden kan een netwerk van ventilatoren worden
opgebouwd. Voor het onderling doorverbinden is
de seriële aansluiting van elke ventilator dubbel
uitgevoerd. Elke ventilator in het netwerk wordt via
de control unit VU of laptop/PC geprogrammeerd
met een eigen adres. Naast de directe verbinding
van de laptop/PC of de control unit met het netwerk
is het ook mogelijk om het uitlezen en instellen op
afstand uit te voeren. Vanuit de laptop/PC kan via
een modem worden gecommuniceerd met een RX-
netwerk op een andere locatie. Dit RX-netwerk moet
hiervoor op locatie via een modem zijn verbonden
met het telefoonnet.
Maximaal kan 1 weerstand (120 ) in het netwerk
worden geplaatst. (zie schema 9).
6.2 Instellen potmeters op de besturing
Verwijder het deksel van de besturing
1. Fabrieksinstelling van de RX: zie instelsticker
2. Bij instelling setpoint "RS 485 en analoog 0 tot
10V" kan met behulp van
de potmeters de max. en min. luchthoeveelheid
(m
/h) ingesteld worden.
3
3. Bij instelling setpoint "DIG 0/ 10V" kan met behulp
van de potmeters de lage en hoge druk in Pascal
(Pa) ingesteld worden.
Indien de potmeters van de "0"
stand afgedraaid worden, worden de
fabrieksinstelling overruled.
4. Instellen minimum en maximum
luchthoeveelheid(m
/h).
3