4 Gebruik van de Patchpomp
4.1 Reservoirpatch vervangen
De Reservoirpatch moet worden vervangen en mag niet opnieuw worden
gebruikt. De Reservoirpatch moet ongeveer elke 2-3 dagen of volgens de
aanwijzingen van uw zorgverlener worden vervangen.
Waarschuwing:
Probeer NIET een Patchpomp aan te brengen of te gebruiken
voordat u voldoende bent getraind door uw zorgverlener. Gebruik van het
apparaat met onvoldoende training of incorrecte instelling kan uw
gezondheid en veiligheid in gevaar brengen. Uw zorgverlener zal u helpen uw
eerste Patchpomp in te stellen en te gebruiken als u voor het eerst een
Patchpomp gebruikt.
Waarschuwing:
Ga steriel te werk als u een Reservoirpatch voorbereidt,
vult, bevestigt of verwijdert. Dit betekent:
Was uw handen met water en zeep
⚫
Reinig de insulineflacon met een alcoholdoekje
⚫
Reinig de infusieplek met een alcoholdoekje
⚫
Houd steriele artikelen uit de buurt van mogelijke ziektekiemen
⚫
Reinig de vettige huid en eventuele insectenspray op de huid
⚫
in de buurt van de injectieplaats.
Waarschuwing:
Controleer BG altijd een tot twee uur na het vervangen van
de Reservoirpatch. Vergeet niet om twee uur voor u gaat slapen het
insulineniveau in uw Reservoirpatch te controleren. Vervang de
Reservoirpatch als deze onvoldoende insuline bevat voor uw insulinebehoefte
's nachts.
4.1.1 Voordat de Reservoirpatch wordt vervangen
Voordat u begint heeft u onderstaande artikelen nodig:
Flacon met snelwerkende U-100 insuline
⚫
Een ongeopende Reservoirpatch
⚫
Een Pompbasis
⚫
Alcoholdoekje(s)
⚫
Een disposable gesteriliseerde spuit 3ml inclusief naald met
⚫
beschermdop
Gebruik van de Patchpomp
Medtrum Simplifying Diabetes
69