Gebruik van het CGM Systeem (optioneel)
Het deel blijft tijdens normale dagelijkse activiteiten plat, zonder buigen
of plooien.
Vermijd het volgende bij het kiezen van de locatie voor de Sensor:
Delen die beperkt worden door kleding, zoals de onderbuik of taille.
Gebogen of stijve delen door spieren of bot.
Delen die flink bewegen tijdens inspanning.
Delen van de huid met littekens, tatoeages of irritatie.
Delen met veel haar.
Binnen 2,5 cm van een infusieplek van een insulinepomp of handmatige
injectieplek.
Reinig de vettige huid en eventuele insectenspray op de huid in de
buurt van de injectieplaats.
Kies een infuusplek op de bovenarm, breng de Sensor verticaal aan.
Kies een infuusplek op de buik (billen voor kinderen), breng de sensor
horizontaal aan.
Gebruik een roulatieschema om een nieuwe plek te kiezen. Bij veelvoudig
gebruik van dezelfde plek kan de huid niet genezen en mogelijk littekens of
huidirritatie vertonen.
Achterzijde
Medtrum Simplifying Diabetes
167