Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik van het CGM Systeem (optioneel)
NB:
Als u Laag onderbroken inschakelt, verschijnt de functie Laag Voorsp.
onderbroken.
7.1.1 Laag onderbroken
De functie Lage Glucose Onderbroken is alleen beschikbaar als zowel een
Patchpomp als een Glucosesensor wordt gebruikt. De fabrieksinstelling voor
deze functie is uit. Als u de functie inschakelt, onderbreekt uw PDM
automatisch de toediening van insuline en geeft een alarm als uw
sensorglucose zich op of onder de Laag Onderbroken Limiet bevindt en hervat
de basale insuline als het risico van lage glucose niet langer bestaat. Deze
functie kan worden gebruikt als voorzorgsmaatregel tegen toediening van te
veel insuline. U kunt kiezen om deze functie te programmeren op basis van de
laagst accepteerbare sensorglucose. Bespreek met uw zorgverlener welke
instellingen het best voor u zijn.
NB:
De Laag Onderbroken Limiet ligt tussen 2,8 mmol/L en 5,0 mmol/L op
basis van de instellingen Glucose Laag Limiet. Zie de paragraaf "Hoog/Laag
Limieten" in het hoofdstuk "Gebruik van het CGM Systeem
informatie.
Activeringscondities voor Laag onderbroken
De Sensor glucosewaarde bevindt zich op of onder de Laag Onderbroken
Limiet.
Periode van onderbreking
Nadat Laag Onderbroken is geactiveerd, duurt de periode van onderbreking
minstens 30 minuten, tenzij u handmatig de Basaal insuline hervat. De
maximale periode van onderbreking is 2 uur. Na 2 uur onderbreking wordt de
Basaal insuline onvoorwaardelijk hervat.
Activeringscondities voor automatisch hervatten van Basaal (van 30 min tot
2 u na onderbreking)
Om automatisch de Basaal insuline te hervatten, moet aan de volgende twee
condities zijn voldaan:
◼
De Sensor glucosewaarde is minstens 0,8 mmol/L hoger dan de laag
onderbroken limiet.
Medtrum Simplifying Diabetes
"
voor meer
191
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
