Inhoudsopgave
Advertenties
7.4.7.2 RESET NEERSLAG
Foutieve metingen kunnen optreden tijdens de installatie van de 7-in-1 sensoreenheid. Zodra de installatie
is voltooid en correct functioneert, is het raadzaam om alle gegevens te wissen en opnieuw te beginnen.
Raadpleeg sectie 4.9.8.1 ALLE GEGEVENS WISSEN.
7.4.8 BAROMETRISCHE DRUK
De atmosferische druk is de druk op een locatie op de aarde, veroorzaakt door het gewicht van de
luchtkolom erboven. Een atmosferische druk verwijst naar de gemiddelde druk en de atmosferische
druk neemt geleidelijk af naarmate de hoogte toeneemt. Meteorologen gebruiken barometers om de
atmosferische druk te meten. Omdat de absolute atmosferische druk afneemt met de hoogte, corrigeren
meteorologen de druk ten opzichte van zeeniveau. Daarom kan je ABS-druk 1000 hPa zijn op een hoogte
van 300m, maar de REL-druk is 1013 hPa (bij helder weer).
Om de nauwkeurige REL-druk voor jouw gebied te verkrijgen, raadpleeg je het lokale officiële
observatorium of controleer je de weerwebsite op internet voor realtime barometercondities, en pas dan de
relatieve druk aan in de KALIBRATIE-INSTELLING (sectie 4.9.7).
7.4.9 WINDSNELHEID EN WINDRICHTING
De windsectie toont de windsnelheid (vlaag of gemiddelde), huidige windrichting, overheersende
windrichtingen (over de laatste 5 minuten) en het windsnelheidsniveau in de achtergrondkleur van het
kompas.
Windsnelheid wordt gedefinieerd als de gemiddelde windsnelheid gemeten in de bijgewerkte periode van
12 seconden.
Gemiddelde Wind (in detailscherm 4.3.2) is het gemiddelde van de 10 minuten windmeting.
Windvlaag wordt gedefinieerd als de piekwindsnelheid gemeten in de bijgewerkte periode van 12
seconden.
De Beaufort-schaal is een internationale schaal van windsterktes die varieert van 0 (kalm) tot 12 (orkaan).
De Beaufort-schaal is als volgt gedefinieerd:
Beaufort-schaal
0
Kalm
1
Lichte lucht
2
Licht briesje
3
Matig briesje
4
Matige bries
5
Frisse bries
Beschrijving
Windsnelheid
1.1 ~ 5 km/u
1 ~ 3 knopen
0.3 ~ 1.5 m/s
4 ~ 6 knopen
1.6 ~ 3.3 m/s
12 ~ 19 km/u
7 ~ 10 knopen
3.4 ~ 5.4 m/s
20 ~ 28 km/u
13 ~ 17 mph
11 ~ 16 knopen
5.5 ~ 7.9 m/s
29 ~ 38 km/u
18 ~ 24 mph
17 ~ 21 knopen
8.0 ~ 10.7 m/s
< 1 km/u
< 1 mph
Kalm. Rook stijgt recht omhoog.
< 1 knopen
< 0.3 m/s
1 ~ 3 mph
Rookdrift geeft windrichting aan.
Bladeren en windwijzers zijn stationair.
6 ~ 11 km/u
Wind voelbaar op onbedekte huid.
4 ~ 7 mph
Bladeren ritselen. Windwijzers beginnen te
bewegen.
8 ~ 12 mph
Bladeren en kleine takken bewegen
constant, lichte vlaggen strekken zich uit.
Stof en losse papieren opgewaaid. Kleine
takken beginnen te bewegen.
Takjes van matige grootte bewegen.
Kleine bomen in blad beginnen te
zwaaien.
23
Toestand op land
Advertenties
Inhoudsopgave
