Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Laaglast Meting - Intergas Prestige A CW 6 Installatievoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor Prestige A CW 6:
Inhoudsopgave

Advertenties

7.10.2 Laaglast meting

Voordat de laaglast meting uitgevoerd wordt dient de hooglast meting afgerond te zijn.
De gemeten O
(H) of CO
(H) waarde tijdens hooglast is van belang voor het bepalen
2
2
van de juiste waarde tijdens de laaglast controle. Zie § 7.10.1 voor de hooglast meting.
1. Schakel het toestel in op laaglast. Druk hiervoor de service toets en gelijktijdig 1
maal de
toets in totdat de letter hoofdletter L op het service display verschijnt.
2. Wacht tot de rookgasanalyzer uitlezing stabiel is (minimaal 3 minuten).
3. Noteer de gemeten O
(L) of CO
2
O
(L)
= gemeten laaglast O
2
CO
(L
= gemeten laaglast CO
2
4. Controleer volgens tabel 3a dan wel 3b of de gemeten laaglast O
waarde tussen de aangegeven boven en onder grenzen ligt.
De O
ondergrens is de O
2
hooglast meting. De CO
genoteerd is tijdens de hooglast meting. (Zie § 7.10.1, punt 8 )
Tabel 3a: Toegestane O
(L) grenzen bij laaglast (open mantel)
2
Grenswaarden
Aardgas 2EK
Bovengrens
Ondergrens
Tabel 3b: Toegestane CO
(L) grenzen bij laaglast (open mantel)
2
Grenswaarden
Aardgas 2EK
Bovengrens
Ondergrens
Belangrijk
• De gasluchtregeling is correct ingesteld als de gemeten waarde
op laaglast binnen de aangegeven boven en ondergrenzen valt.
Bijstellen van de gasluchtregeling is in dat geval niet nodig.
De instelling bij laaglast dient bijgesteld te worden volgens de in
§ 7.10.3 omschreven methode indien de gemeten waarde
buiten de aangegeven grenzen ligt dient.
Voorbeeld (Aardgas 2EK - G25.3)
Tijdens hooglast is een O
moet de laaglast O
(L) meetwaarde zich bevinden tussen de gemeten
2
hooglast meetwaarde van 4.0% (ondergrens) en de in tabel 3a
aangegeven bovengrens van 6.05%. Indien een laaglast O
meetwaarde gemeten wordt groter dan 6.05% of kleiner dan 4.0%
dient bijstelling plaats te vinden.
5. Ga, indien de laaglast meting buiten de in tabel 3a of 3b genoemde grenzen valt,
door naar § 7.10.3 om het gasblok opnieuw in te stellen. Indien instelling correct is
ga door naar punt 6.
6. Monteer de voormantel en zet de 2 schroeven handvast.
Controleer de CO waarde bij laaglast. De maximaal toegestane CO meetwaarde
is 160 ppm.
7. Schakel het toestel in op hooglast. Druk hiervoor de service toets en gelijktijdig 2
maal de
toets in totdat de hoofdletter H op het service display verschijnt.
Controleer de CO waarde bij hooglast. De maximaal toegestane CO meetwaarde
is 160 ppm.
8. Schakel het toestel uit met de
9. Verwijder de meetprobe van de rookgasanalyzer uit het rookgasmeetpunt en
breng afdekdop X weer zorgvuldig aan op de adapter boven het toestel.
10. Schakel het toestel weer in met de
11. Controleer de gasdichtheid van het rookgasmeetpunt.
Intergas Verwarming BV
(L) waarde.
2
waarde
2
waarde
2
(H) waarde welke genoteerd is tijdens de
2
bovengrens is de CO
(H) waarde welke
2
2
Gascategorie
Propaan 3P
G25.3
G31
O
[%]
O
[%]
2
2
6.05
6.65
O
(H)
O
(H) + 0.5
2
2
Gascategorie
Propaan 3P
G25.3
G31
CO
[%]
CO
[%]
2
2
CO
(H)
CO
(H) – 0.3
2
2
8.2
9.4
(H) waarde gemeten van 4.0%. In dat geval
2
toets.
toets.
(L) of CO
(L)
2
2
Aardgas 2E
G20
O
[%]
2
6.00
O
(H)
2
Aardgas 2E
G20
CO
[%]
2
CO
(H)
2
8.4
(L)
2
46

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave