Samenvatting van Inhoud voor Intergas Comfort Line
Pagina 1
Lees voor het installeren en gebruiken van het toestel deze installatievoorschriften zorgvuldig door. Bewaar dit installatievoorschrift bij het toestel. Handel altijd volgens de aangegeven voorschriften Verdeeld door: ACV Belgium...
INHOUDSOPGAVE Veiligheidsvoorschriften Algemeen......................................4 Gasinstallatie ....................................4 Elektrische installatie ..................................4 Rookgasafvoer en luchttoevoer...............................4 Toestelomschrijving Algemeen......................................5 Werking......................................5 Bedrijfstoestanden...................................5 Testprogramma’s.....................................7 Hoofdcomponenten Installatie Inbouwmaten ....................................9 Opstellingsruimte ...................................10 Montage......................................11 Aansluiten CV-installatie aansluiten ................................13 Warmwater-installatie aansluiten..............................14 Gas aansluiten....................................14 Elektrisch aansluiten..................................15 Rookgasafvoer en luchttoevoer..............................16 Leidinglengten ....................................17 Uitmonding systemen ..................................18 Inbedrijfstellen van het toestel Vullen en ontluchten van toestel en installatie..........................28 In bedrijfstellen van het toestel ..............................29...
Pagina 3
Neem bij twijfel contact op met ACV Belgium. Bewaar dit installatievoorschrift bij het toestel. Gebruikte afkortingen en benamingen Omschrijving Te noemen als Intergas Comfort Line gaswandketel Toestel Toestel met leidingwerk voor centrale verwarming CV-installatie Toestel met leidingwerk voor warm tapwater...
ACV Belgium aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade of letsel veroorzaakt door het niet (strikt) naleven van de veiligheidsvoorschriften en -instructies, dan wel door onachtzaamheid tijdens het installeren van de Intergas Comfort Line gaswandketel en de eventueel bijbehorende accessoires. Voor de verschillende disciplines zijn de voorschriften gescheiden vermeld.
TOESTELOMSCHRIJVING Algemeen De Intergas Comfort Line is een gesloten toestel. Het toestel is bedoeld om warmte te leveren aan het water van een CV-installatie en de WW-installatie. De luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer kunnen door middel van een concentrische aan-afvoer op het toestel aangesloten worden. Een parallel aansluiting kan op aanvraag geleverd worden.
Pagina 6
Nadraaien CV of opwarmen boiler Na het einde van CV bedrijf draait de CV-pomp na. De nadraaitijd staat van fabriekswege ingesteld op de waarde volgens Zie § 7.3 Blz.:31. Deze instelling kan gewijzigd worden. Bovendien gaat de pomp automatisch 1 keer per 24 uur gedurende 10 seconden draaien om vastzitten te voorkomen.
Door het schakelen van het omschakelventiel wordt de in -, en uitstroom van de boiler minder. De doorstroming van de warmtewisselaar is beperkt, bij een afname van meer warmwater wordt de bypass aangesproken. De in-, en uitstroom van de boiler wordt hierdoor vergroot. De tapwatertemperatuur kan ingesteld worden met het thermostatisch mengventiel in het tapwater circuit.
Opstellingsruimte Het toestel, dient aan een wand gemonteerd te worden die voldoende draagkracht heeft. (Het gewicht van het met water gevulde toestel bedraagt 110kg.) Bij lichte wand constructies bestaat de mogelijkheid dat er resonantiegeluiden optreden. Binnen een afstand van 1 m van het toestel moet een wandcontactdoos met randaarde zitten.
Montage (zie ook de uitgebreide montage handleiding) Het toestel wordt in delen geleverd en tijdens de installatie samengevoegd. Pak het toestel uit. Controleer de inhoud van de verpakking, deze bestaat uit: • Ophangprofiel/aansluitbeugel (met aansluitkoppelingen) en bevestigingsmateriaal (pluggen en schroeven) •...
Pagina 12
Vul de sifon en monteer hem onder de ketelunit Monteer het overstortventiel in het T-stuk en sluit de aanvoerbuis m.b.v. het T-stuk en de andere afgebeelde onderdelen aan op de koppeling in de montagebeugel. Monteer de vulaftapkraan in de retourbuis en het geheel tussen de CV-pomp en de koppeling in de montage beugel Monteer de buizenset.
AANSLUITEN CV-installatie aansluiten Voor het aansluiten van het toestel zijn verschillende accessoires te bestellen. Hiervoor wordt verwezen naar het onderdelenboek. Spoel de CV-installatie goed schoon. Monteer de aanvoerleiding (B) en retourleiding (A) aan de montagebeugel. Alle leidingen moeten spanningsvrij gemonteerd worden om tikken van de leidingen te voorkomen.
Warmwater-installatie aansluiten Spoel de installatie goed schoon. Monteer indien voorgeschreven een inlaatcombinatie. Monteer de koud- en warmwaterleiding (A en B) aan de montagebeugel. Opmerkingen Als het toestel alleen voor de warmwatervoorziening wordt gebruikt, moet de • verwarmingsfunctie met de servicecode op het bedieningspaneel uitgeschakeld worden.
Elektrisch aansluiten VOORZICHTIG Een wandcontactdoos met randaarde mag maximaal 1 meter van het toestel verwijderd zijn. De wandcontactdoos moet gemakkelijk bereikbaar zijn. Voor opstelling in vochtige ruimten is een vaste aansluiting verplicht. Neem bij werkzaamheden aan het elektrisch circuit de stekker uit de wandcontactdoos •...
De belangrijkste functie van de modulerende thermostaat is het berekenen van de aanvoertemperatuur bij een gewenste kamertemperatuur, om een optimaal gebruik te maken van het moduleren. Bij elke warmtevraag wordt op het display van het toestel de gewenste aanvoer temperatuur aangegeven. Sluit de modulerende thermostaat aan.
Leidinglengten Naarmate de weerstand van de rookgasafvoer- en luchttoevoerleidingen toeneemt zal het vermogen van het toestel afnemen. De maximale toegestane vermogens afname bedraagt 5%. De weerstand van de luchttoevoer en de verbrandingsgasafvoer is afhankelijk van de lengte, de diameter en alle componenten van het leidingsysteem. Per toestelcategorie is de totale toegestane leidinglengte aangegeven van de luchttoevoer en de verbrandingsgasafvoer.
Uitmonding systemen Montage algemeen: Voor alle uitmondingen geldt de onderstaande montage: Schuif de verbrandingsgasafvoerleiding in de afvoer van het toestel. Schuif de verbrandingsgasafvoerleidingen in elkaar. Vanaf het toestel moet iedere pijp in de voorgaande geschoven worden. Monteer een niet verticale verbrandingsgasafvoerleiding op afschot naar het toestel (min.
Pagina 19
Montage dubbelpijpsdoorvoer Maak twee sparingen van ø 90 mm op de plaats van uitmonding. Kort de dubbelpijpsdoorvoer in op de juiste lengte. Schuif de toe- en afvoerpijp in de sparingen. Dek de sparingen af met de muurafdekplaten. Monteer de uitblaasroosters op de toe- en afvoerpijp. Bevestig deze aan de pijpen.
Leidingen voor de verbinding van de luchttoevoer en de verbrandingsgasafvoer tussen het toestel en de dubbelpijpsdoorvoer, moeten een diameter hebben van ø 80 • Intergas combidoorvoer-horizontaal. Voor gevel- of dakuitmonding horizontaal. • Intergas combidoorvoer-horizontaal. Voor verlenging van een balkon-/galerij uitmonding.
Pagina 21
Montage combiverlengpijp t.b.v. balkon-/galerij uitmonding Als de vrije uitmonding wordt gehinderd door een dakoverstek, balkon, galerij, of anders, moet de combidoorvoer verlengd te worden tot tenminste de voorzijde van het overstekende deel. Monteer de combiverlengpijp op de combidoorvoer. Kort de combidoorvoer of de combiverlengpijp in op de juiste lengte volgens de aangegeven maten.
5.7.3 Dakuitmonding combidoorvoer-verticaal en dubbelpijpsdoorvoer-verticaal Toestelcategorie: C33 VOORZICHTIG Als de Intergas combidoorvoer-verticaal niet toegepast kan worden, moeten de luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer separaat uitgevoerd worden. • Intergas combidoorvoer-verticaal. Toegestane leidinglengte Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding: samen 60 meter, exclusief de lengte van de combidoorvoer of de dubbelpijpsdoorvoer.
Pagina 23
Montage dubbelpijpsdoorvoer-verticaal VOORZICHTIG De uitmondingen van verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer dienen in hetzelfde drukvlak gemaakt te worden. De luchttoevoer uit het schuine dakvlak en de verbrandingsgasafvoer door middel van een bouwkundige schoorsteen is ook mogelijk, omgekeerd niet. Monteer een standaard dubbelwandige verbrandingsgasdoorvoer (ø 80 mm) met Gastec QA-afvoerkap op een schuin dak op de plaats van de uitmonding.
5.7.4 Dakuitmonding prefabschoorsteen Toestelcategorie: C33 Als er in een schacht te weinig ruimte is, kan een dakuitmonding door een prefabschoorsteen noodzakelijk zijn. De prefabschoorsteen moet aan de aangegeven minimale maten voldoen. De leverancier moet de goede werking van de prefabschoorsteen, ten aanzien van windaanval, ijsvorming, inregenen enzovoort garanderen.
Maak op de plaats van de toevoer een sparing van ø 90 mm. Kort de luchttoevoerleiding in op de gewenste lengte uit de muur. Monteer het Intergas inlaatrooster en bevestig dit aan de pijp. Schuif de luchttoevoerleiding in de sparing en dek de sparing af met een rozet, indien noodzakelijk.
De verbrandingsgasafvoerleiding (B) moet voorzien zijn van een trekkende afvoerkap. De minimale doorlaat van het gemeenschappelijk afvoersysteem Aantal toestellen Diameter voor Comfort Line Toegestane leidinglengte Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding tussen toestel en gemeenschappelijke verbrandingsgasafvoer en luchttoevoerleiding: 75 meter. Verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerleiding Voor de montage, zie §...
5.7.7 Dakuitmonding CLV-systeem Toestelcategorie : C43 VOORZICHTIG Een dakuitmonding door een Combinatie- LuchttoevoerVerbrandingsgasafvoersysteem (CLV-systeem) is toegestaan. Voor de gemeenschappelijke verbrandingsgas-afvoerkap en luchttoevoerkap is een verklaring van geen bezwaar of een gaskeur van het Gastec-Gasinstituut nodig. De gemeenschappelijke luchttoevoer en de gemeenschappelijke afvoer van de verbrandingsgassen mogen concentrisch of afzonderlijk uitgevoerd worden.
INBEDRIJFSTELLEN VAN HET TOESTEL Vullen en ontluchten van toestel en installatie WAARSCHUWING Sluit het toestel na het vullen en ontluchten pas aan op de netspanning! 6.1.1 CV-systeem WAARSCHUWING Als een toevoegmiddel aan het CV-water wordt toegevoegd, moet dit geschikt zijn voor de in het toestel toegepaste materialen zoals koper, messing, roestvast staal, staal, kunststof en rubber.
In bedrijfstellen van het toestel Nadat de voorgaande handelingen zijn uitgevoerd, mag het toestel in bedrijf gesteld worden. Steek de stekker van het toestel in een wandcontactdoos. Het toestel kan een zelfcontrole uitvoeren (op service display). Daarna komt het toestel in de standby: (op service display).
INSTELLING EN AFREGELING Het functioneren van het toestel wordt hoofdzakelijk bepaald door de (parameter)instellingen in de branderautomaat. Een deel hiervan is direct via het bedieningspaneel in te stellen, een ander deel kan alleen m.b.v. de installateurscode worden aangepast. Direct via bedieningspaneel De volgende instellingen kunnen direct via het bedieningspaneel aangepast worden.
450 l/h 15,6 kW 650 l/h 22,6 kW 750 l/h 26,2 kW Drukverlies grafiek toestel CV zijdig Intergas Comfort Line Pompstand I Pompstand II Pompstand III Doorstroom hoeveelheid in l/h Drukverlies / opvoerhoogte in mWk Weersafhankelijke regeling Bij het aansluiten van een buitenvoeler wordt de aanvoertemperatuur automatisch geregeld afhankelijk van de buitentemperatuur, volgens de ingestelde stooklijn.
Gas-luchtregeling De gas-/luchtregeling is in de fabriek ingesteld en behoeft in principe geen aanpassingen. De afstelling kan gecontroleerd worden door het CO percentage in de verbrandingsgassen te meten. Gassoort Aardgas H Aardgas L Gascategorie H / E 20mBar 25mBar % op Laagstand (L) (service en -) met open mantel % op Hoogstand (H) –0,1/+0,2...
STORINGEN Storingscodes Als het service display op het bedieningspaneel knippert detecteert de branderautomaat een fout. Bij verschillende storingen toont het temperatuurdisplay een aanvullende code. Als de storing is verholpen kan de branderautomaat opnieuw gestart worden: Druk daarvoor 5 seconden op de reset knop op het bedieningspaneel. De volgende fouten worden onderscheiden Temperatuur Service...
Overige storingen 8.2.1 Brander ontsteekt niet Mogelijke oorzaken: Oplossing: Gaskraan is dicht. Zet gaskraan open. Lucht in de gasleiding. Ontlucht de gasleiding. Voordruk te laag. Neem contact op met het gasbedrijf. Geen ontsteking. Vervang ontsteekpen. Controleer de bekabeling. Controleer de bougiedop. Vervang de Geen vonk.
8.2.3 Brander resoneert Mogelijke oorzaken: Oplossing: Mogelijk is de huisdrukschakelaar defect. Neem contact op met Voordruk te laag. het gasbedrijf. Recirculatie verbrandingsgassen. Controleer de verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer. Gas- luchtregeling niet goed ingeregeld. Neem contact op met uw leverancier. 8.2.4 Geen verwarming (CV) Mogelijke oorzaken: Oplossing: Controleer de bedrading.
8.2.6 Het vermogen is verminderd Mogelijke oorzaken: Oplossing: Controleer toestel en afvoersysyteem op vervuiling. Op hoog toerental is het vermogen met meer dan 5% afgenomen. Reinig toestel en afvoersysteem. Ketel brandt op G25 i.p.v. G20 8.2.7 Geen warmwater (WW) Mogelijke oorzaken: Oplossing: Stromingsschakelaar schakelt niet.
Pagina 38
8.2.10 Boiler wordt niet opgewarmd Mogelijke oorzaken: Oplossing: Controleer de kabelboom op los contact controleer de Boilersensor S4 defect, kabelboom defect of aansluiting los boilersensor S4 geen doorstroming in tapwaterpomp of een vervuilde waaier Ontlucht de pomp, reinig de waaier. Controleer de pomp tapwaterpomp draait niet tijdens boiler-bedrijf Controleer de spanning...
ONDERHOUD Reiniging exterieur Het toestel kan met een vochtige doek gereinigd worden. Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaak- of oplosmiddelen. Periodieke reiniging en controle Het toestel en de installatie dienen elk jaar door een erkend vakman gecontroleerd en zo nodig gereinigd te worden.
Overeenkomstigheidsverklaring volgens ISO IEC GUIDE 22. daartoe door of vanwege het gasbedrijf bevoegd verklaarde installateur aan een onderhoudsbeurt is onderworpen. De Fabrikant Intergas Verwarming BV installatie en gebruiksvoorschriften die wij voor de betreffende Adres Holwert 1, 7741 KC COEVORDEN toestellen en haarden afgeven, dienen geheel in acht te worden genomen.
Pagina 44
ACV Belgium 88205701_Inst_CL Kerkplein 39 B-1601 RUISBROEK tel. +32 - 2334 82 40 fax. +32 - 2334 82 59 www.acv-world.com Eine deutschsprachige Version ist verfügbar. ACV Belgium...