ONDERHOUD
Het toestel en de installatie dienen elk jaar door een erkend installateur gecontroleerd en
zo nodig gereinigd te worden, mits er afwijkende afspraken zijn gemaakt met de fabrikant
Het jaarlijks onderhoudsinterval is gebaseerd op een te verwachten bedrijfstijd van ca.
1500 stookuren/jaar.
De afdichtring in de voorplaat dient bij het onderhoud te worden vervangen. Controleer de
overige afdichtingen en vervang deze indien nodig.
VOORZICHTIG
Werkzaamheden aan gasvoerende delen mogen uitsluitend door een
erkend installateur uitgevoerd worden.
Controleer na werkzaamheden alle rookgasvoerende delen op
dichtheid.
Wanneer het toestel zojuist in bedrijf is geweest kunnen sommige
onderdelen heet zijn.
Reiniging exterieur
Het toestel kan met een vochtige doek gereinigd worden. Gebruik geen agressieve of
schurende schoonmaak- of oplosmiddelen.
Demonteren
VOORZICHTIG
De geïntegreerde isolatieplaat en branderpakking bevatten
ceramische vezels.
1.
Schakel het toestel uit met de aan/uit toets op het bedieningspaneel.
2.
Neem de steker uit de wandcontactdoos.
3.
Neem de "schermkap onder" van het toestel.
4.
Sluit de gaskraan.
5.
Draai de twee kwartslagsluitingen achter het displayvenster los en neem de voorhelft van
de mantel van het toestel.
6.
Verwijder de deksel van het keteldeel.
7.
Wacht tot het toestel en de brander zijn afgekoeld.
8.
Neem de connector van de ventilator en de ontsteekunit van het gasblok.
9.
Neem de koppeling onder het gasblok los.
10. Schroef de borstbouten (inbus) van het voordeksel los en neem dit compleet met gasblok
en ventilator naar voren toe weg (let op dat de brander, isolatieplaat, gasblok, gasleiding
en de ventilator niet beschadigen). Bij demontage van het voordeksel mag dit niet
vastgehouden worden aan het gasblok en/of ventilator. Leg de afgenomen voordeksel met
de voetsteunen horizontaal op een vlakke ondergrond.
De brander behoeft geen onderhoud.
Reinigen
1.
Demonteer de stuwstrippen die dwars in de lamellen van de warmtewisselaar zijn
geplaatst.
2.
Reinig zo nodig de stuwstrippen en de lamellen van de warmtewisselaar van boven naar
beneden met een borstel of met perslucht.
3.
Reinig zo nodig de onderzijde van de warmtewisselaar en de condensafvoer onder aan de
rookgasafvoer achter de warmtewisselaar.
4.
Reinig het sifon en de condensafvoerleiding.
5.
Reinig alleen de onderkant (binnenkant) van de voorplaat.
VOORZICHTIG
De geïntegreerde isolatieplaat en branderpakking bevatten
keramische vezels.
Intergas Verwarming BV
54