Rookgasafvoer en luchttoevoer
Rookgasafvoersystemen (rookgasafvoer en luchttoevoer) worden gedefinieerd door
categorieën zoals beschreven in de van toepassing zijnde normen.
Voor de keteltypen C13, C33, C53 en C93 moet het rookgasmateriaal worden
goedgekeurd in combinatie met de ketel. De Intergas Prestige gaswandketel is
goedgekeurd met het rookkanaal van M&G Group, vermeld in de Declaration of
Performance (DOP) 001-MG-PP, DoP, 002-MG-RVS Dop en 001-MG-RVS Dop. Op
verzoek kunnen deze DOP's beschikbaar worden gesteld. Alleen producten met
drukklasse P1 of H1 mogen worden gebruikt.
De leidingen voor rookgassen en luchttoevoer moeten een diameter hebben van
•
ø 80 mm.
Neem voor andere diameters contact op met de fabrikant.
Een concentrische afvoer moet minimaal diameters hebben van ø 80x125 mm of
•
ø 60x110 mm.
5.5.1
Doortocht, materialen en isolatie
Leiding
Diameter
Luchttoevoer
ø 80 mm
Verbrandings-
ø 80 mm
gasafvoer
Isolatie
-
5.5.2
Toestel aansluitingen
Tweepijps aansluiting
1.
Verwijder t.b.v. de luchttoevoer de linker uitbreekpoort uit de afdekkap aan de
bovenzijde van het toestel.
2.
Monteer de pijpen voor de luchttoevoer en rookgasafvoer in de toevoer- en
afvoer van het toestel. De ingebouwde siliconen afdichtring zorgt voor een
luchtdichte aansluiting.
Concentrische aansluiting
Met de concentrische adapterset kan een concentrische aansluiting gemaakt
worden:
1.
Sluit de open luchttoevoeraansluiting in de ketelunit af met de bij de set
geleverd afsluitdop.
2.
Verwijder de afdichtring rond de rookgasafvoer in het toestel.
3.
Plaats de bij de set geleverd afdichtring ø 116x110 mm.
1.
Verwijder de uitbreekring rond de rookgasafvoer uit de afdekkap aan de
bovenzijde van het toestel.
4.
Plaats de adapter op de rookgas afvoer.
Intergas Verwarming BV
Materiaal
Spiralobuis, enkelwandig aluminium, verzinkt
plaatstaal, roestvast staal of kunststof.
Lekkage mag maximaal 5 m
/h bedragen
3
(gemeten met 50 Pa overdruk), volgens
NPR3378-46:2016.
Volgens tabel 3,4,5 en 6 van NPR3378-
46:2016.
10 mm dampdicht isolatiemateriaal, bij kans op
condensatie aan de buitenzijde, door een lage
wandtemperatuur en een hoge
ruimtetemperatuur met een hoge relatieve
vochtigheid.
18