Inhoudsopgave
Advertenties
Vermijden van interferentie tussen kanalen
Als de ZeroWire G2 zoals in het typische geval als één systeem per kamer gebruikt wordt, gelden er eigenlijk geen
beperkingen. De functie
interferentie uit de twee beschikbare kanalen op basis van het resultaat van de scan bij inschakeling.
Hieronder vindt u een aantal van de factoren die van invloed zijn op de isolatie van de ZeroWire G2-kanalen.
1. De dikte en het materiaal van de wanden van de kamer.
2. Het openen en sluiten van kamerdeuren.
3. De structuur van het plafond en de materialen waar dit van gemaakt is.
ZeroWire G2 zender/ontvanger-paren moeten worden geïnstalleerd in dezelfde ruimte. Gebruik in
meerdere ruimtes wordt niet ondersteund. Als er twee zender/ontvanger-paren in een bepaalde ruimte
geïnstalleerd worden, moet elk paar apart aan elkaar gekoppeld worden, één paar tegelijk, waarbij het
tweede paar pas gekoppeld wordt als de koppeling tussen het eerste paar gelukt is. Het eerste gekoppelde
paar hoeft niet uitgeschakeld te worden voordat het tweede paar ingeschakeld of gekoppeld wordt.
Gebruik van kanalen
Met de onderstaande aanbevelingen kunt u de geschikte instelling bepalen.
1. ZeroWire G2 zenders en/of ontvangers kunnen niet worden gebruikt met eerdere ZeroWire zenders en
ontvangers.
2. Er kunnen maximaal twee ZeroWire G2-systemen gebruikt worden in dezelfde ruimte. De zenders en
ontvangers moeten minimaal 1 m (3 voet) van elkaar gescheiden zijn in de ruimte.
3. Groepen van twee ZeroWire G2-systemen kunnen worden opgesteld in meerdere ruimtes, op
voorwaarde dat er tussen de ruimtes een afstand van minimaal 7,6 m (25 voet) is.
4. ZeroWire G2 zenders en/of ontvangers mogen niet geïnstalleerd worden in metalen kasten of omringd
door metalen voorwerpen, omdat de zender hierdoor niet kan communiceren met de ontvanger.
Multisysteem installatie
Meerdere systemen:
Als er twee systemen geïnstalleerd moeten worden in een gegeven OK, gebruikt u de volgende procedure:
1. Als de zender en ontvanger niet gekoppeld zijn, zet u één zender en ontvanger aan en u volgt de
koppelingsprocedure
2. Zet de tweede zender- en ontvangercombinatie aan en herhaal de koppelingsprocedure. Zender- en
ontvangercombinaties moeten met één paar tegelijk worden gekoppeld. Het wordt aanbevolen om
gekoppelde combinaties van een label te voorzien om installatie en foutenoplossing te vergemakkelijken.
van de zender kiest het kanaal dat het minst ontvankelijk is voor
Channel selection
beschreven op pagina 8.
13
Advertenties
Inhoudsopgave
