4.10. METING OPROEPSTROOM OF OVERSPANNING (TRUE INRUSH)
Opmerking: deze meting is uitsluitend mogelijk in de modus AC of DC.
Ga voor het meten van de start- of oproepstroom als volgt te werk:
1. Plaats de schakelaar op
, voer de DC-nul uit (§ 4.9.2), en omklem vervolgens de enige betreffende geleider met de tang.
2. Houd de toets
lang ingedrukt. Het symbool InRh wordt weergegeven, gevolgd door de drempelwaarde voor
MAX/MIN
ontkoppeling. De tang wacht dan op detectie van de True-Inrush stroom. -"------" wordt weergegeven en het symbool "A" knippert.
3. Na detectie en verwerving op 100 ms wordt de waarde RMS van de True-Inrush stroom weergegeven, gevolgd door de
waarden PEAK+/PEAK-.
4. Door de toets
lang in te drukken of van functie te veranderen, kan men de modus True-Inrush verlaten.
MAX/MIN
Opmerking: de drempelwaarde voor ontkoppeling in A is vastgesteld op 20 A in geval van stroom die oorspronkelijk nul was (start
installatie) of in de configuratie is afgesteld (zie § 4.4.6) ingeval van reeds geïnstalleerde stroom (overbelasting in een installatie).
4.11. FREQUENTIEMETING (Hz)
De frequentiemeting is beschikbaar voor V en A voor de grootheden AC. Deze meting is gebaseerd op het principe van het tellen
van de nuldoorgangen van het signaal (stijgende flanken).
4.11.1. FREQUENTIEMETING BIJ SPANNING
Ga als volgt te werk voor het meten van de frequentie bij spanning:
1. Plaats de schakelaar op
en druk op de toets. Het symbool
Hz
wordt weergegeven
2. Druk voor het selecteren van AC op de gele toetse
totdat de gewenste keuze verschijnt.
3. Sluit het zwarte snoer aan op de klem COM en het rode snoer op "+".
4. Plaats de meetpennen of de krokodilklemmen op de klemmen van het te meten circuit.
De waarde van de meting verschijnt op het scherm.
19